Bewoningsgeschiedenis in Binnen-Voorstraat ter hoogte van begraafplaats

Binnen 19

Toelichting bij kaart van ±1830 opgemaakt bij de eerste kadastrale opmeting van Dussen:

Op het perceel van het huidige nummer Binnen 19 stond begin 20ste eeuw de marechausseekazerne met de zogenaamde waterstallen. Dit perceel kent echter een rijke historie en vormt de oorsprong van het ambacht Muilkerk met de zogenaamde Adriaen van Herlaar Houve of Ridderlijcke Hoffstadt:

• Muilkerk wordt voor het eerst vermeld in 1276. Graaf Floris V van Holland geeft dan 'een hoeve bij Mulekerke' in leen aan Hendrik de Lycte, na de dood van Willem Mughe.
• In 1338 kreeg ridder Daniël VII van De Merwede (1300-1345) van de graaf van Holland de hoge rechtspraak van Muilkerk. Hij sneuvelde bij Stavoren. De Merwedes behoorden - net als de Van der Dussen - tot de groep ministerialen, onvrijen die zich hadden opgewerkt tot lagere edelen. Hij was Raad van Willem IV, baljuw van Zuid-Holland (1333-1334) en schout van Dordrecht. Als baljuw van Zuid-Holland legde hij daarvoor al rekening en verantwoording af aan de grafelijkheid van Holland over Muilkerk.
• Op 8 april 1364 droeg Engebrecht van de Zande, zoon van Reynier van der Zande, een hoeve land met het ambacht van Muilkerk, een leen dat hij van zijn vader geërfd had, op aan hertog Albrecht van Beieren, ruwaard van Holland, tot hij meerderjarig zou worden; dit is de eerste vermelding van het ambacht Muilkerk.
• Vanaf 1345 tot 1390 waren zijn zoons Daniël VIII en Willem van De Merwede (als zodanig vernoemd in 1377) ambachtsheer. Daniël VIII (1325-1379) behoorde tot het kamp van de Kabeljauwen en toonde zich een oorlogszuchtige avonturier die onder meer meedeed aan de Zeeslag bij Zwartewaal in 1351.
• In 1413 werd Jenne van De Merwede, dochter van de krijgshaftige Daniël VIII, beleend met Muilkerk. Zij trouwde met Jan van Herlaar, waardoor de ambachtsheerlijkheid gedurende meer dan anderhalve eeuw (1424-1594) in bezit kwam van het geslacht Van Herlaar.
• Op Sacramentsdag 1455 werd de zoon van jonkvrouw Johanna (Jenne) van de Merwede, Adriaan I van Herlaar "verleid" met de heerlijkheid Muilkerk.
• In 1462 werd hij eveneens beleend met de naar hem vernoemde Adriaen van Herlaar Houve of Ridderlijcke Hoffstadt met 12 mergen grond die als geheel verpacht werden.
• In 1617 werden deze twaalf morgen topografisch omschreven "als belent aan de eene zijde door de nonnen van Dordrecht en Adriaen Willemszoon aan de andere zijde, oostwaarts strekkende van de halve Dusse tot aan de Landen van Altena."
• Als echter in 1718 Mr. Iman Willem Cau als Heer van Muilkerk, Cornelis van Brandwijk Corneliszoon tot rentmeester benoemd dan blijkt de Ridderlijcke Hoffstadt of Heer Adriaen van Herlaar Hoeve tot veertien morgen uitgegroeid te zijn, waarvan een helft zaailand en de andere helft weiland. Sinds 1713 was hoeve en het land verpacht aan Jan Donkersloot, gehuwd met Maria van Overstege.
• Na het overlijden van zijn zoon en opvolger in 1771 werd het onroerend goed van de heerlijkheid Muilkerk voor schout en schepenen van Muilkerk beschreven "als een huis en landerijen daar bij en aangehorende te samen groot 46 mergen vier honden". Het huis was in gebruik (gehuurd) door J. Middelkoop, notaris en ouderling van de hervormde kerk, en de landerijen verpacht aan: B. de Rooij, C. Ouwerkerk, weduwe D. van Giesse, M. Lievaert en C. van Brandwijk. Hoewel het landbezit dus behoorlijk was toegenomen, was er nog steeds sprake van slechts één huis.
• Na de dood van Gijsberta Elisabetha van der Beke, weduwe Cau, werd de heerlijkheid in het openbaar verkocht. Dirk Elemans, substituut baljuw en secretaris te Klundert, werd in 1772 voor 31.000 gulden eigenaar, waarbij zijn ongehuwde zuster Elisabeth en zijn schoonvader Adriaan de Sel ook ieder voor een kwart in de aankoop deelnamen. Na de dood van zijn zuster liet zij haar deel van Muilkerk aan haar broer Dirk.
• Op 13 januari 1815 werd in het Koffijhuis van J.J. Peebergh op de Grote Markt te Breda door de erfgenamen van Dirk Elemans de ambachtsheerlijkheid Muilkerk met alle heerlijkheidsrechten en inclusief de bijbehorende onroerende goederen - voornamelijk wei- en zaailand in Muilkerk, maar ook het huis en landerijen van de Herlaarshoeve gelegen bij de hervormde kerk van Muilkerk - in negentien verschillende kopen publiekelijk aan de hoogst biedende verkocht. Zie: Advertentie van de verkoop van de ambachtsheerlijkheid Muilkerk etc.in Het Dagblad der Provincie Noord-Braband van 27 december 1814
• Eerste koop. Eene HUIZINGE, SCHUUR, HOF en ERVE [zeer waarschijnlijk huis I-473 van Middelkoop, later Marechausseekazerne], staande en gelegen Dussen-Muilkerk, groot 3 hond [½ morgen], oost de straat [Ruttensteeg], west Jan Baptist van Gestel [I-470/472 naast Mar.kazerne], zuid de straat [Binnen] of vaart [de Dusse] en noord het kerkhof [protestants kerkhof]; gemerkt litt. A n°. 29. Getaxeerd op 2400 franken of ƒ 1142:17:4

Van notariswoning tot marechausseekazerne:

Omstreeks 1737 haalde de heer van Munsterkerk, die immers het aanstellingsrecht bezat, Nicolaus Jacobus Middelkoop uit Heusden naar Dussen om er als gemeentesecretaris het bestuurlijk niveau in Dussen inhoudelijk te komen versterken. Na zijn vestiging in Dussen werd Nicolaus Jacobus, roepnaam Jacobus, er eveneens ouderling van de hervormde gemeenschap. Uit een taxatie van de onroerende goederen van de heer van Muilkerk blijkt dat Jacobus Middelkoop in 1771 het huis c.q. hoeve bij de hervormde kerk in het Binnen in huur had van de heer van Muilkerk.

Zijn kleinzoon Dionisius Middelkoop junior, nam het secretariaatschap van Munsterkerk van zijn vader over en oefende vanaf 1815 tevens het notariaat uit, dat daarvoor door Jan Bruyn werd gepraktiseerd. In 1817 trouwde hij met Adriana Heijmans uit Dussen, de enige dochter van schepen Arnoldus Heijmans en Anna Schaap, pachter van korenmolen De Gunst. Hij betrok met haar het destijds nog als boerenhoeve aangemerkte pand bij het protestante kerkhof in Dussen Binnen, waarin ook zijn opa en oma hadden gewoond. Hij had dat in 1815 gekocht van de erfgenamen van de heer van Muilkerk, Dirk Elemans uit Klundert. Het moet toen al een aanzienlijk pand geweest zijn gezien de klasse-indeling (buitenklasse 3) bij de eerste kadastrale opmeting. In ieder geval een van de weinige woningen met een verdieping. Bij het kadaster omschreven als: “eene wel ingerigte boerderij, welke zich in goeden staat van onderhoud bevindt”. Op de kadasterkaart uit 1830 is te zien dat het ’n gebouw was uit één stuk met de voorgevel naar het oosten gericht. Het heeft wat weg van het boerderijtype zoals we dat vooral langs de Kornsedijk aantreffen. In Dussen-Binnen was dit type boerderij minder aanwezig.

Na het overlijden van Dionisius jr., in 1865, ging het notariaat van Dussen over op L.J. Verberne, kandidaat-notaris te Helmond, en betrok zijn zoon, ook Dionisius geheten maar met de toevoeging Dzn, de historische hoeve in het Binnen. Lang heeft hij daar niet van kunnen genieten want in juli 1865 sloeg tijdens een noodweer dat boven de streek losbarstte de bliksem in en brandde het pand nagenoeg tot de grond toe af. De schade voor Middelkoop was aanzienlijk want de boerderij was slechts voor 3.000 gulden verzekerd, terwijl de totale schade aanzienlijk hoger werd getaxeerd. Als gevolg van de brand liet hij op de plek van de hoeve een fraai nieuw herenhuis optrekken. Volgens Jan Vriens in Dussen in Oude Ansichten heeft hij het bekende herenhuis omstreeks 1870 laten bouwen, alsmede het koetshuis en de stal.

Hoewel Dionisius Dzn al in 1891 was overleden, werd het door de marechaussees vreemd genoeg nog steeds als boerenhoeve omschreven pand toch pas in 1896 door hen betrokken. In 1897 werd de verbouwing van het huis tot kazerne aanbesteed welke voor ƒ 871,- aan de laagste inschrijver G. Remmers uit Meeuwen werd gegund. Locale aannemers als de Gebr. Van der Pluijm, Haspels en Van Daal hadden het nakijken. Vanwege de uitgestrektheid van het gebied waren de marechaussees te Dussen daarvoor al (vanaf 1889) van een brigade te voet omgevormd tot een brigade te paard (in 1890). Daarbij kwamen de zogenaamde “waterstallen” goed van pas, zodat de paarden in geval van wateroverlast op de eerste etage van de stal ondergebracht konden worden.

Toen het contingent marechaussees in 1924 uit Dussen wegtrok, vestigde Johannes van Etten uit Oosterhout en zijn echtgenote Cornelia Matthijssen zich in het pand. Het huis werd tijdens WOII aanzienlijk beschadigd maar jammer genoeg wel erg gemakkelijk gesloopt, waarmee net als de Hervormde kerk, pastorie en school onvervangbaar cultuurhistorisch erfgoed van de voormalige kern van Muilkerk werd weggevaagd.

Binnen 17

Bij de eerste kadastrale opmeting omstreeks 1830 stond op de percelen I470-472 ten westen naast de oorspronkelijke boerenhoeve van Middelkoop het huis van Jan Baptist van Gestel en zijn echtgenote Adriana Rijken. Dit echtpaar zal verderop in dit artikel nog ter sprake komen.

Het daar weer naast gelegen onbebouwde perceel I469 was eigendom van D. Middelkoop. Hierop is eind 20ste eeuw de bungalow van Ad van Velthoven (Binnen nummer 17) gebouwd.

Ten westen daarvan lagen de percelen I466-468 met de boerderij van de kinderen Wouter Hagoort. Deze percelen zijn enige jaren later samengevoegd met de naastgelegen nrs. I452-454 destijds eigendom van schout P.J. Stael en hernummerd tot I513-517.
Wouter Hagoort was de jongere broer van Jacob Hagoort Jr. (de schoolmeester). Hij was de laatste schout van Muilkerk, voordat Muilkerk en Munsterkerk werden samengevoegd en waarvan P.J. Stael tot schout benoemd werd. Tevens fungeerde hij als kerkmeester van de Hervormde Kerk. Wouter Hagoort (1754-1826), die gehuwd was met Lucia Boeser, was eigenaar van een flink boerenbedrijf in de Voorstraat van het Binnen. Na zijn overlijden zette zijn weduwe met de kinderen het bedrijf voort.

Onder de naam Gebr. W. Hagoort werd de oorspronkelijk oude familieboerderij door zijn kleinzoons Segerinus (1847-1921), Johannes (1852-1930) en Peter (1857-1934), en met financiële inbreng van (schoon)familie en van Johan van Baasbank uit Werkendam, eind 19de eeuw uitgebouwd tot een centrum voor de paardenfokkerij. Talrijk waren de prijzen en erevermeldingen van de hengsten met illustre namen zoals: Apollo, Batauwer (van het Gelderse ras), Hugo, Waltram, Peter en Berlus. De drie broers bleven alle drie vrijgezel zodat het geen overbodige luxe was dat hun nichtje Ottolina Hagoort het huishouden bestierde. Kennelijk geen eenvoudige taak, want ná Ottolina "versleten" de gebroeders in twee decennia maar liefst tien dienstbodes.

Tijdens WOII was op deze plaats de boerderij van Piet Adriaan van Achterberg gevestigd, die op 25 mei 1925 in Dussen was komen wonen. De boerderij werd echter tijdens de laatste Oorlogswinter zwaar beschadigd en afgebroken. Na de oorlog is hierop de nieuwe boerderij Het Noordeveld verrezen (nummer 15, voordien A59) Binnen, Dussen, Architect: M. Oostlander, Datum tekening: 14-04-1950, Naam eigenaar: P.A. van Achterberg.

Binnen 7

Op de verderop westelijk gelegen percelen I424-427 stond omstreeks 1830 een pand van landbouwer Cornelis Jacob Rijken. Dit is de locatie van het huidige nummer 7. Zijn dochter Adriana Rijken trouwde met Jan Baptista van Gestel. Zij gingen in het pand ten westen naast de oorspronkelijke Adriaen van Herlaerhouve of Ridderlijcke Hoffstat wonen dat destijds verhuurd was aan secretaris Middelkoop. Een van hun kinderen was Elisabeth van Gestel die in het huwelijk trad met Gaspar van Nunen uit Oirschot. Uit dit huwelijk werd Arnoldus van Nunen geboren waarbij zijn grootouders Adriana Rijken en J.B. van Gestel als peetouders fungeerden.

De boerderij werd in de periode 1890-1920 bewoond door Arnoldus van Nunen, zoon van klompenmaker Gaspar van Nunen en Elisabeth van Gestel, die destijds gehuwd was met Johanna Weterings. Arnoldus was eerder weduwnaar van Johanna Heijmans (gehuwd in 1854) een dochter van Theodorus Heijmans en Helena Akkerman. Deze Theodorus Heijmans was een broer van de grootvader van Leendert Cornelis Heijmans (zie hieronder).

Vanaf 1900 waren Elisabeth van Nunen, dochter van Arnoldus van Nunen en Elisabeth van Gestel, en haar man Leendert Cornelis Heijmans, zoon van vrachtrijder Willem Peter Heijmans en Johanna Hendrika de Ronde, hoofdbewoners van de boerderij.
Vanaf 4-6-1935 tot 7-12-1937 was hun jongste dochter Petronella Elisabeth Heijmans, gehuwd met Jacobus Willem Heijmans uit Den Hil, inwonend met haar gezin bij haar ouders in de boerderij om daarna te vertrekken naar Den Hil. Kort na de oorlog zijn Petronella en Jacobus weer teruggekeerd in Dussen en hebben opnieuw de familieboerderij betrokken.
Uit overlevering is bekend dat in de huidige boerderij Jacob Heimans, afkomstig van Den Hil, zijn agrarisch bedrijf exploiteerde. In 1951 is door J.W. Heijmans een schuur bijgebouwd op kadastraal nummer I705 (bouwvergunning 130, toegangsnummer 0363).
In 1954 is door J.W. Heijmans een schuur bijgebouwd op kadastraal nummer N40, huisnummer 9 (bouwvergunning 294, toegangsnummer 0363).
In 1955 is de dakbedekking veranderd (bouwvergunning 354, toegangsnummer 0363).
Het boerenbedrijf met opstallen werd later overgenomen door zijn zoon Koos Heimans die op zijn beurt het bedrijf weer overdroeg aan zijn dochter Verhoeven-Heimans.

Bronnen

Terug naar Streekhistorie


© Ton Lensvelt, e-mail adres: tonlensvelt@ziggo.nl