De Ponsenhoeve in Dussen Binnen

Ponsenhoeve in Dussen Binnen

Begin jaren zestig van de twintigste eeuw werd tijdens een onweer de boerderij in Dussen Binnen van 'Den Dove Dingeman' door brand compleet verwoest, waarmee ook een stuk historie van de ambachtsheerlijkheid Muilkerk verloren ging. Deze boerderij stond in de Voorstraat A34/38/37/38 van het Binnen tussen de Ruttensteeg en de bocht naar de Baan. Den Dove Dingeman heette eigenlijk Dingeman de Rooij en was een broer van Otto de Rooij, de mulder of molenaar aan de Molenkade, kinderen van landbouwer Hijmen de Rooijen (1844-1902) en Wouterina Middelkoop (1841-1913). Hijmen de Rooij zal de boerderij destijds hebben overgenomen van de weduwe Penning-van der Beek, de moeder van de bekende schrijver Louis Penning die onder meer een aantal boeken schreef over de Zuid-Afrikaanse Boerenoorlogen. Ten tijde van de eerste kadastrale opmeting, omstreeks 1820, was de boerderij in bezit van Andries Elands. Toen Dingeman trouwde met Johanna Hagoort, ging hij zoals dat destijds heel gebruikelijk was, bij zijn ouders inwonen. Ook zijn broer Otto heeft met zijn bruid Johanna Maria Bax nog een tijdje bij hun ingewoond. Op latere leeftijd heeft Dingeman een deel van het pand verhuurd aan Roubos, die er na de Tweede Wereldoorlog een vrachtrijdersbedrijf in uitbaatte.

Ponsenhoeve

De boerderij, gebouwd op een verhoging (terp) in het land, was er een van het type 'langhout boerderij' waarbij het woongedeelte was opgetrokken in steen en het schuurgedeelte van lange gepotdekselde planken. Het geheel was gedekt met een rieten dak. Er stonden destijds veel van deze boerderijtypes in Dussen vooral aan de Kornsedijk, waar ze in de lengte langs de dijk stonden. Dat was met de Ponsenhoeve in Dussen Binnen niet het geval. Deze stond met de kopgevel van het woongedeelte naar de straat gericht en de schuur daarachter.

In het boek ‘De slag bij Vlaardingen 1018’ van Kees Nieuwenhuizen (red.) wordt op pagina 68 melding gemaakt van: lange loopplanken die over een drassige bodem werden gelegd om zo de lading uit schepen te lossen. In een Latijnse bron worden die lange loopplanken pons genoemd.
Volgens het Meertens Instituut zou de familienaam Ponsen een patroniem zijn van de voornaam Pons, die op zijn beurt dan weer verwijst naar de Romeinse naam Pontius (van Pilatus) en de betekenis heeft van ‘brug’.

De naam Ponsenhoeve in Dussen wordt voor het eerst genoemd in 1534 in het REPERTORIUM OP DE GRAFELIJKE LENEN IN DE GROTE ZUIDHOLLANDSE WAARD, 1276-1650, en wel onder nummer 63. Een hoeve in Muilkerk, (1533: genaamd Pons Govert Brievincshoeve; 1534: Ponsenhoeve), met huizing en gezaat, groot 13 morgen, strekkend van de halve Dussen tot de Broekse wetering (1634: het land van Altena), oost: Matthijs die Coster (1634: Jan Dirksz. Smit), west: de Broekse steeg (1634: de gemene steeg, genaamd Ruttensteeg). Hieruit blijkt dat de naam Ponsenhoeve is afgeleid van de voornaam Pons. De bijbehorende 13 morgen land lagen achter de boerderij langs de Ruttensteeg en liepen door tot aan het water van de Broekse wetering. Omdat een hoeve land oorspronkelijk een oppervlakte had van 24 morgen is de Ponsenhoeve oorspronkelijk dus groter geweest maar zal deze zijn opgedeeld in twee delen, vermoedelijk bij een erfdeling.
Deze hoeve met huis en gezaat was op 8-7-1397 in bezit gekomen van Jan Storm Govert Brievincszoon, bij opdracht in ruil voor het leen Voorne nr. 4 bis (Ons Voorgeslacht, jrg. 44, 1989, blz. 41), LRK 52, fol. 245 nr. 1058.
Het bleef een aantal generaties in bezit van het geslacht Brievinc om via het geslacht Van Egmond te worden overgedragen: Op 13-3-1534 aan Jan van Amerongen voor heer Nikolaas de Veer, priester, zoon van mr. Evert de Veer, bij overdracht door Albert van Egmond, kastelein van Gouda, waarna overdracht aan Ursula, dochter van Frederik van Herlaar, zijn nicht, LRK 125 c. Zuid-Holland, fol. 40v-41.
[In de 'Informatie roerende den Verdronken Waert 1521' wordt meester Evert de Veer meermalen genoemd als eigenaar van landerijen op de Laer in de latere Zuidhollandsche polder. Hij zou er ook een boerderij gehad hebben, aan de Kornsedijk ter hoogte van de Oude Straat.]
Daarmee kreeg het geslacht Van Herlaer de Ponsenhoeve in Dussen in leen maar dit geslacht was sinds 1413 ook ambachtsheer van Muilkerk. Zodoende werd vanaf 1534 de Ponsenhoeve onderdeel van de domeinen van het ambacht Muilkerk en werd het op termijn ook allodiaal goed (= Een vrij eigen goed, waarover de landsheer geen zeggenschap had). Dat bleef het totdat de erfgenamen van ambachtsheer Dirk Elemans de Ponsenhoeve met huis en gezaat in 1815 tijdens een publieke veiling in Breda verkochten en het goed overging in particuliere handen.

Bronnen

Terug naar Streekhistorie


© Ton Lensvelt, e-mail adres: tonlensvelt@ziggo.nl
Overigens kwam de naam Ponsen ook elders in de regio voor: Een uiterwaard te Giessen buitendijks, groot ca. 5 hont, (15..: genaamd Ponsenwaard), naast Ruekenswaard en de uiterwaard van de heer van Oudheusden. Eigendom 5-1-1547: Balthasar van Goor bij overdracht door Arnout Jacobsz. van Giessen, zijn schoonvader, die aankwam van Emma van Giessen, waarna overdracht aan Pons Joostenz., waarna overdracht aan Lonys van Weiburg, waarna overdracht aan Godschalk, heer van Oudheusden voor f 100,- karolus, 222 fol. 35v-36. De naam Ponsenwaard is ook in dit geval afgeleid van de voornaam van de eigenaar Pons Joostenzoon. En op 25-02-1611 wordt Griet Ponsen genoemd als eigenaar van 9 hont lant in Doeveren. Terwijl Wouter van Ponsendaal dan weer wordt genoemd als landeigenaar in Sleeuwijk. Mvrgr, Ton In het boek ‘De slag bij Vlaardingen 1018’ van Kees Nieuwenhuizen (red.) wordt op pagina 68 melding gemaakt van: lange loopplanken die over een drassige bodem werden gelegd om zo de lading uit schepen te lossen. In een Latijnse bron worden die planken pons genoemd. Volgens het Meertens Instituut is de naam Ponsen een patroniem afgeleid van de voornaam Pons welke voornaam dan weer een verwijzing zou zijn naar Pontius. Arissen Janssen (I15150), geb ±1615, gehuwd met N.N. Zij was eerder gehuwd met Ponsen. Uit dit huwelijk werd tenminste 1 zoon geboren, Arien Ponsen (halfbroer van de 3 kinderen van Arissen Janssen). Een hoeve in Muilkerk, (1533: genaamd Pons Govert Brievincshoeve; 1534: Ponsenhoeve), met huizing en gezaat, groot 13 morgen, strekkend van de halve Dussen tot de Breekse wetering (1634: het land van Altena), oost: Matthijs die Coster (1634: Jan Dirksz. Smit), west: de Broekse steeg (1634: de gemene steeg, genaamd Ruitensteeg). Deze was in 1397 in bezit gekomen van: 8-7-1397: Jan Storm Govert Brievincsz. bij opdracht in ruil voor het leen Voorne nr. 4 bis (Ons Voorgeslacht, jrg. 44, 1989, blz. 41), LRK 52, fol. 245 nr. 1058. Het bleef een aantal generaties in bezit van Brievinc om via het geslacht Van Egmond in bezit te komen van: 13-3-1534: Jan van Amerongen voor heer Nikolaas de Veer, priester, zoon van mr. Evert de Veer, bij overdracht door Albert van Egmond, kastelein van Gouda, waarna overdracht aan Ursula, dochter van Frederik van Herlaar, zijn nicht, LRK 125 c. Zuid-Holland, fol. 40v-41. In de 'Informatie roerende den Verdronken Waert 1521' wordt meester Evert de Veer meermalen genoemd als eigenaar van landerijen op de Laer in de latere Zuidhollandsche polder. Hij zou er ook een boerderij gehad hebben aan de Kornsedijk ter hoogte van de Oude Straat. Daarmee werd de Ponsenhoeve een leen van het geslacht Van Herlaer, die sinds 1413 ook ambachtsheer van Muilkerk waren. Vanaf 1534 werd de Ponsenhoeve onderdeel van de domeinen van Muilkerk en werd op termijn ook allodiaal goed (= Een vrij eigen goed, waarover de landsheer geen zeggenschap had). Dat bleef het totdat de erfgenamen van ambachtsheer Dirk Elemans de Ponsenhoeve met huis en gesate in 1815 tijdens de veiling in Breda verkochten en het goed overging in particuliere handen. Op 13 maart 1534 Noorkondt keizer Karel, "dat heer Claes de Veer, presbyter, met Aelbrecht van Egmond, onse casteleijn van Woerden, als voogd, hem heeft opgedragen ten behoeve van Jonckvrou Ursula van Haerlaer, jongste dochter van Frederick van Haerlaer een hoeve lants mitter huysinge ende mit een gesate daerop staende, gelegen in onsen lande van Zuythollant, groot 13 morgen, geheten "Ponsenhoeve", zoals heer Claes die te leen ehouden had. Vervolgens wordt jkvr. Ursula er mee beleend. Hulde doet voor haar heer Jan van Amerongen, haar oom (R.A.H., Collectie Aanwinsten 118, Caput Zuid-Holland, fol. 260v). Lang plezier heeft zij van haar leen niet gehad, want vóór 30 juni 1538 was zij reeds overleden. Haar broer Loef erfde het leen van haar. In het Kasteel Egmond woonden er Herlaer's van 1422 tot 1653. 1535 Geldolf van Herlaer is Schout. 1538 Loeff van Herlaer is baljuw (is rechterlijk ambtenaar) van Egmond. In 1559 treedt hij tevens op als stadhouder. Na dode van zijn zus wordt hij met de Ponsenhoeve beleend. Op 30 juni 1538 werd Loef van Harlaer, bij dode van jonckvroluwe Ursula van Haarlaar, zijn zuster, beleend 'met een hoeve lants mitter huysinge etc., groot 13 morgen ("Ponsenhoeve")'. Op 13 jan. 1556 vernieuwt hij namens zijn broer Adriaen de leeneed en op 17 juli 1556 doet hij dat voor zich zelf (R.A.H. Collectie Aanwinsten 155, fol. 52v en 57v). Johanna van Herlaer was erfgename van haar broer Frederik en haar oom Adriaen. Zij kocht samen met Arend de heerlijkheid Dussen-Muilkerk. Op 7 sept.1594 wordt zij beleend met "de Ponsenhoeve" te Muilkerk (er moeten 2 Ponsenhoeven" geweest zijn). Alle door haar geërfde lenen liggen in Muilkerk. Inventaris van het archief van de familie Berg, 1338-1977 Ponsenhoeve, voor 1664. Akten van belening door de Staten van Holland en WestFriesland met een hoeve land, groot 13 morgen, genaamd de Ponsenhoeve, met bijlagen, 1634-1645 5 charters en 2 stukken 697 Akte van belening van Philips de Flines, koopman te Amsterdam, met bijlage. 1634, 2 charters 698 Akte van belening van Pieter Helman 1638, met bijlage, en met bijlagen, tevens betreffende de Wijngaardswerf, 1637, 1639 (in afschrift, ca. 1665), [1637-1639, 1665], 2 charters en 2 stukken. Zie ook nr. 727. 699 Akte van belening van Johan Helman, 1645, 1 charter. Zie verder onder nrs. 700-704. 700-704 Adriaan van Herlaar's hoeve en Ponsenhoeve, vanaf 1664. Akten van belening door de Staten van Holland en West-Friesland met de Adriaan van Herlaar's hoeve en de Ponsenhoeve, met bijlagen, 1664-1772 9 charters De lenen worden in de akten in enkele gevallen uitsluitend aangeduid met de volgnummers, die zij sinds 1664 in de leenregisters van Holland hebben, respectievelijk 307 en 308. 700 Akte van belening van Laurens Buysero, 1664, 1 charter 701 Akte van belening van Elisabeth van Outshoorn, 1677, 1 charter 702.1 - 702.3 Akte van belening van Elisabeth Catharina Buysero, 1683, met bijlagen, 1683, 1693. 3 charters 702.1 1693 Dit inventarisnummer is alleen als kopie te raadplegen. 702.2 1683 juni 702.3 1683 september 703 Akte van belening van Iman Cau, 1718, 1 charter. Dit inventarisnummer is alleen als kopie te raadplegen. 704 Akte van belening van Johan Iman Cau, met bijlage. 1735 2 charters. (---) Akte van belening van Iman Pauw, 1772. 1 charter. Dit inventarisnummer is alleen als kopie te raadplegen. Het charter bevindt zich in het Rijksarchief in Noord-Brabant. Zie Inleiding, p. 35-36. 705 Adriaan van Herlaar's hoeve en Ponsenhoeve, vanaf 1664. Akte waarbij de Staten van Holland en West-Friesland Dirk Elemans toestemming geven om bij uiterste wilsbeschikking over zijn leengoederen te beschikken, 1772 1 charter --- Adriaan van Herlaar's hoeve en Ponsenhoeve, vanaf 1664. Akte van conversie van de hoeven door de Staten van Holland en West-Friesland van leen- in allodiaal goed, met akte van taxatie door schout en schepenen, 1772 1 charter en 1 stuk. Deze stukken bevinden zich in het Rijksarchief in Noord-Brabant. Zie Inleiding, p. 35-36. --- Adriaan van Herlaar's hoeve en Ponsenhoeve, vanaf 1664. Kwitantie van Cornelis van der Kop, procureur te 's-Gravenhage, inzake diens bemoeienissen bij de verwerving van de toestemming tot testeren en bij de conversie van de lenen, 1772 1 stuk. Het stuk, dat een dorsaal kenmerk draagt, dat ontleend is aan nr. 669, bevindt zich in het Rijksarchief in Noord-Brabant: R.A. Klundert, nr. 348. Zie Inleiding, p. 35-36. De naam kwam ook elders voor: 11H. Een uiterwaard te Giessen buitendijks, groot ca. 5 hont, (15..: genaamd Ponsenwaard), naast Ruekenswaard en de uiterwaard van de heer van Oudheusden. Eigendom 5-1-1547: Balthasar van Goor bij overdracht door Arnout Jacobsz. van Giessen, zijn schoonvader, die aankwam van Emma van Giessen, waarna overdracht aan Pons Joostenz., waarna overdracht aan Lonys van Weiburg, waarna overdracht aan Godschalk, heer van Oudheusden voor f 100,- karolus, 222 fol. 35v-36. De naam Ponsenwaard is hier duidelijk afgeleid van de voornaam van de eigenaar Pons Joostenzoon. En op 25-02-1611 wordt Griet Ponsen genoemd als eigenaar van 9 hont lant in Doeveren. Wouter van Ponsendaal wordt dan weer genoemd als landeigenaar in Sleeuwijk.