Imperium aan de Alm

De Feiten
In oude Altenase geschriften wordt omstreeks 1460 voor het eerst melding gemaakt van Van Outheusden. Het betreft de broers Jan en Wouter Willemsz. Van Outheusden, die beide kamerheer en juwelier van Philips de Goede zijn. Wouter is bovendien later muntmeester-generaal en wordt in sommige stukken aangeduid als "raad en schatbewaarder van den Roomsch koning" (Maximiliaan van Oostenrijk). en treedt verder in een akte uit 1466 of 1467 op als dijkgraaf van Altena.
Blijkbaar zijn de functies ten hove nogal lucratief, want in dat Land van Altena beginnen de twee broers omstreeks 1460 een omvangrijk grondbezit op te bouwen, met daaraan gekoppeld wat we een "seigneuriale status" zouden kunnen noemen. In enkele decennia verwerven Jan en Wouter omvangrijke bezittingen aan "deze en gene zijde van De Alm" te Uppel, Emmichoven, Uitwijk, Giessen, Rijswijk en Andel.
Een nakomeling, Jan Woutersz., raad en tresorier en bewaarder van de charters van Holland, Zeeland en Westfriesland, krijgt in 1502 van de vrouwe van Altena toestemming om de hofsteden Giessen en Emmichoven bij de heerlijkheid Oudheusden te voegen, waardoor hij zich met de titel leenheer van deze drie heerlijkheden mag tooien. Eerder al was hij heer van Waardhuizen geworden, door de belening van het dagelijks gericht van dit dorp.

Fictie:
Niet gestaafd door archiefmateriaal, doch uit overlevering bekent, is, dat de Van Outheusdens in die tijd ook 'n begerig oog lieten vallen op de meer zuidelijk gelegen ambachtsheerlijkheden Dussen Muilkerk en Munsterkerk. Het was met name aan de vastberadenheid van Jan V van der Dussen, kasteelheer te Dussen van 1456-1496, en z'n trouwe onderdanen te danken dat de beide Dussens hun zelfstandigheid wisten te bewaren.
Er zijn namelijk indicaties dat Jan Woutersz. Van Outheusden op een mooie voorjaarsdag in maart, daags voor Quadragesimo (veertigdaagse vasten beginnend op aswoensdag) een aanzienlijke legermacht verzamelde bij Uitwijk, op de plaats waar thans de muziekkiosk zich bevindt. Het strijdplan voorzag in een snelle opmars naar Kasteel-Dussen, alwaar die dag Schout en Gerechten in bijzondere Raadsvergadering bijeen zouden zijn. Met een bliksemoverval hoopte men de Dussense notabelen in één keer te kunnen uitschakelen en inrekenen, daarmee de heerschappij over de uitgestrekte eigendommen van Muilkerk en Munsterkerk verwervend.
Jan Woutersz. Van Outheusden stuitte echter op onverwacht veel weerstand van de notabelen en overige ingezetenen van beide Dussens. In Den Duijl liepen z'n manschappen in een hinderlaag van het inderhaast opgetrommelde leger van Jan V van der Dussen, dat in inventiviteit de "Uitikers" bleek te overtreffen. Gelukkig zag Jan Woutersz. al snel het heilloze van z'n onbezonnen militaire actie in en werd op het Kasteel- Dussen de vrede beklonken, uiteraard onder het genot van een stevig maal en een flinke pot gerstenat.

Moraal:
Ongeveer vijfeneenhalve eeuw later blijkt het Geslacht Van Outheusden nu alsnog z'n zin te hebben gekregen: heerschappij over Dussen Munsterkerk en Muilkerk. Met de aanstelling van Uitiker Mario van Oudheusden. waar ze zoals bekend "van, niks weten", als Prins Carnaval van Klaiendam, is de leiding van de beide Dussense ambachten, ook al is dat dan slechts voor vier dagen, alsnog in handen van dit vermaarde geslacht gekomen.
Nakomelingen van de Van Outheusdens, met name Mario en Tonnie, hebben door een succesvolle integratie in de Dussense samenleving, mede bewerkstelligd door hun beider huwelijk met locale schone jonkvrouwen. aangetoond dat ook zonder wapengekletter het Gerecht van Dussen kan worden verkregen, daarmee automatisch de titel heer van Dussen verwervend. "Het kan verkeren" zei Bredero vroeger al.

Bron: De Van Outheusdens en hun rol in het Land van Altena (ca. 1460-1700), P. van Eeten, Historische Reeks Land van Heusden en Altena, Nieuwendijk 1998.

Ton Lensvelt

Bronnen

Carnavalskrant Den Klaiendammer 2003

Terug naar Columns


© Ton Lensvelt, e-mail adres: tonlensvelt@ziggo.nl