Grote “kleine man”

Op zondagmorgen bezoek ik graag wedstrijden van de “andere” elftallen van Dussense Boys, tegenwoordig inclusief het vrouwenteam. Wellicht daarbij door nostalgie gedreven omdat ik in een grijs verleden mijn weinig imposante voetbalcarrière ook op dit niveau placht te beoefenen. Hoewel mijn technische kwaliteiten dus beperkt waren - of althans door de “kenners” als zodanig beoordeeld werden - heb ik daar jarenlang enorm veel plezier aan beleefd; niet in het minst door de populaire derde helft.

Ook bij de “andere” elftallen van onze club bespeur ik doorgaans wel dat plezier. Tijdens de thuiswedstrijd van het gecombineerde derde/vierde elftal tegen het oosterhoutse TSC 7 heb ik bijvoorbeeld enorm genoten van de “kleine man” bij Dussen centraal achterin: Jean Jacques. Geboren in Parijs uit Frans Algerijnse ouders werd hij fan van het Paris Saint Germain van Dominique Rocheteau. Hij genoot zijn voetbalopleiding in de buitenwijken van La Ville-Luminière, later verder bijgeschaafd in het zaterdagelftal van Dussense Boys.

Ondanks zijn kleine postuur etaleerde hij zich in alle opzichten in die wedstrijd als een hele grote. Inzet, doorzettingsvermogen, instelling, mentaliteit, karakter en kameraadschap het hele scala van uitstekende eigenschappen voor een teamspeler waren allen zichtbaar in het spel van de onlangs 59! jaar geworden dussenaar. Van die leeftijd was overigens op het veld niets te merken. Als een jonge griekse god rende hij onvermoeibaar achter het bruine monster aan en soms ook achter de tegenstander. Maar het kwam ook voor dat de tegenstander achter hem aanliep.

In bedoelde wedstrijd tegen TSC 7 liep het voor Dussen niet helemaal zoals men graag wilde. Doch opgeven is een woord dat in Jee Jee’s vocabulaire niet voorkomt. Met enig venijn kromt hij dan de rug en stiefelt naor vurre. Zo stuurde hij pal voor de dug-out van Dussense Boys een tweetal blauwhemden met een magnifieke schijnbeweging het bos in, om met de bal aan de voet richting het doel van de tegenstander op te stomen. Die zag geen andere optie dan hem op onreglementaire wijze ten val ten brengen, waarbij Jean Jacques - met de elegantie en sierlijkheid Parijzenaars eigen - middels een atletische zweefduik verder onheil wist te ontlopen. Het publiek op de banken natuurlijk. Voor de briljante techniek en dito uitvoering van ons brokje onverzettelijkheid, maar meer nog om hun afschuw uit te schreeuwen voor het onrecht ons aller publiekslieveling aangedaan.

Jean Jacques krabbelde overeind en sjokte hoofdschuddend en met afgezakte schouders mokkend terug naar zijn positie in de verdediging. “Een oude man laten struikelen, dat kunnen ze” mopperde hij en daar was geen woord Frans bij. Doch tekenend voor zijn instelling en karakter accepteerde hij grootmoedig de uitgestoken hand van zijn directe opponent waarmee voor hem het incident was afgedaan. Onze grote “kleine man” illustreerde daarmee in optima forma hoe je met sportiviteit grote hoogte kunt bereiken en dat telt meer als drie punten. Vive la France, vive Dussense Boys.

Ton Lensvelt

Bronnen

Carnavalskrant Den Klaiendammer 2007

Terug naar Columns


© Ton Lensvelt, e-mail adres: tonlensvelt@ziggo.nl