F.C. Klaiendam op schot

Tot groot genoegen van de wassende supportersschare, geeft het eerste elftal van Dussense Boys de laatste weken geducht van zijn schotkracht blijk, iets wat in de regionale sportkaterns middels "vette koppen" ruimschoots de aandacht geniet. Toch is thans bekend geworden dat de Dussense voetballers beducht dienen te zijn voor serieuze tegenstand uit tamelijk onverwachte hoek. In het diepste geheim wordt er namelijk driftig gesleuteld en gebouwd aan een totaal nieuw Klaiendams wonderteam dat de succesvolle formatie van preses Kees Bouman, met name tijdens de carnavalsdagen, een lesje wil leren. De naam van deze mysterieuze formatie: F.C. Klaiendam.

Nota bene in het eigen thuishonk van de Boys, het clubgebouw, wordt elke donderdagavond tot diep in de nacht en met dank aan Freddy Heineken, gesmeed aan dit elftal. Onder leiding van trainer-coach Ad Metselaar - toch niet direct iemand waarvan je verwacht dat hij zomaar een carnavalsneus op zal zetten, is men druk doende een formatie te vormen en een strijdplan te ontwikkelen dat tijdens de carnavalsdagen, om precies te zijn tijdens de carnavalsoptocht, tot volle ontplooiing moet komen.

Om dit plan de campagne inhoud te geven doen inmiddels een aantal illustere namen de ronde. Zo schijnt een zekere Joost Bikkel te zijn aangetrokken voor het betere gooi en smijtwerk. Hij moet daarbij het pad effenen,- zeg maar het vuile werk opknappen - voor broertjelief Sjoerd de Smeerder, als die zich tenminste tijdig weet los te wrikken uit de innige omhelzing van zijn Hankse geliefde. En wat te denken van Jozef de Gouden Krakeling, die getuige zijn dubbele naam, niet alleen van adel is maar tevens een productief aanvalsduo vormt met De Smeerder. De Gouden Krakeling weet meestal als geen ander nog wel een gaatje te vinden, dit overigens tot groot genoegen van z'n eega Jessica. Hierbij schuwt hij op z'n tijd de zogenaamde professionele overtreding niet, hoewel dat vooral achter de rug van de man in het zwart geschiedt. Wilbert Waterpomptang is ook zo'n routinier, die zich bij Dussense Boys al jaren bezig houdt met "het lek boven te krijgen", waar hij thans, met gedegen hulp van schoonvader Jaap, bij F.C. Klaiendam eindelijk in geslaagd schijnt te zijn.

Een ronduit schlemielige tegenvaller kregen elftalleider Le Patrick en z'n onafscheidelijke Judith te verwerken met het afhaken van sluitpost Dian Kledingcontainer, die, geplaagd door het uit Azië oprukkende boksbalvirus, verlet moet geven. Gelukkig heeft men in Stefan de Kraai niet alleen een jeugdig maar ook betrouwbaar vervanger gevonden. Het elftal wordt trouwens toch mede gedragen door jeugdig elan. Zo is bijvoorbeeld Gideon de Fietsenmaker een belangrijke spil in de opbouw en pikt regelmatig z'n doelpuntje mee. Z'n maatje Wie Weet Wat Wouter W. Wil is nog niet zover, maar hij heeft er thans alle vertrouwen in dat z'n getructe schijnbewegingen uiteindelijk ook de tegenstander in verwarring zullen gaan brengen. Doelgerichtheid is de juiste kwalificatie voor benjamin Joey Le Zaag, telg van vermaarde Dussense voetbalouders met Hugenotenbloed in de aderen. Daarentegen wil Ronald de Dromer, kopsterk en liefhebber van beschuit met appelmoes, bij tijd en wijle nog wel eens afwezige indruk op het veld achterlaten. Als hij z'n lange lijf echter eenmaal in beweging trekt, is hij nauwelijks nog af te stoppen. Dat geldt zeer zeker ook voor Spaghetti Pascal, waarvan de ijver afstraalt en wiens gelaatskleur na de wedstrijd herinneringen oproept aan zijn vermaarde opa Dim.

Achterin is nestor John Deboominmetdiebal, door intimi in de kleedkamer ook wel De Ponnie genoemd, niet te beroerd om zijn naam alle eer te bewijzen, daarbij het devies hanterend: Safety First. Zijn tegenpool is Bram Appeltje die inzicht koppelt aan technisch vernuft en die meestal ook ná de wedstrijd nog een forse inspanning dient te leveren om AppelPa(ai) en AppelMoes ongeschonden van de kantinebar in de echtelijke sponde te loodsen. Laten we trouwens Ronald Zaagt niet vergeten. Als hij met z'n nachtelijke party's de buren al niet uit de slaap houdt, dan etaleert hij op de grasmat doorgaans wel 'n versnelling, waarbij we ons gelukkig mogen prijzen dat er een hekwerk rond het veld geplaatst is. Met Martin Wandelaar, dubbelganger van Ajacied Tomas Galasek, heeft F.C. Klaiendam bovendien ook nog eens een heuse kilometervreter in huis, dat blijkt wel uit zijn prestaties in de Vierdaagse van Nijmegen en de Tachtig van de Langstraat.

Groot vraagteken blijft nog, hoe de knie van Jozé de Sep zich ontwikkelt. Zal deze strateeg van de ploeg, de gave technicus met z'n gepolijste spel en z'n vermaarde spelinzicht op tijd speelgereed zijn? Aan verzorger Piet Pingel zal het in ieder geval niet liggen, want er zal tenslotte gewonnen moeten worden. Als vermaard entertainer wil Pingel immers de feestvreugde nog 'n extra dimensie geven met z'n onvervalste succesnummer “Wat ruist er in het struikgewas”. Niettemin de rij van gevestigde namen en het aanstormend talent wacht mental coach Leipe Leen Opstelten toch een zware klus om z'n pupillen tijdig klaargestoomd te krijgen, alhoewel ingewijden beweren dat je juist dat laatste gerust aan Leipe Leen kunt toevertrouwen. Alaaf.

Ton Lensvelt

Bronnen

Clubblad De Voorzet van s.v. Dussense Boys, Jaargang 6, nummer 3, 2004

Terug naar Columns


© Ton Lensvelt, e-mail adres: tonlensvelt@ziggo.nl