Tussen kop en staart

Het vissersgilde is in Dussen van oudsher goed vertegenwoordigd. Het aan de Maas gelegen kasteeldorp is een geliefde pleisterplaats voor visliefhebbers van heinde en ver. Tot vanuit België toe weet men de populaire visstekjes in deze contreien te vinden. Geen wonder dat Het Loze Vissertje - waar overigens niets loos mee is - als de grootste vereniging van het dorp te boek staat. En vanzelfsprekend gedijt het visserslatijn hier uitstekend. Daarbij is het verheugend te constateren dat de rijke visserstraditie van Dussen a/d Maas zich nog voortdurend uitbreidt. Want sinds enige jaren wordt er nu ook het aloude ambacht van visbakken en palingroken beoefend. Daarbij hanteert De Witte Jan de schuimspaan om de krokant gebakken visjes uit de pan te scheppen, terwijl Bart Schalken Bzn. zich de kunst van het paling- of forelroken heeft eigen gemaakt. Hun vakmanschap is reeds door vele Dussenaren "op de proef gesteld" en ook op markten, braderieën en wedstrijden buiten het dorp zijn het graag geziene gasten. Net als vorig jaar geven Bart en Jan ook dit jaar weer acte de présence op de Wilhelminabraderie.

Echter, voor hun bak- en rookactiviteiten dienen de ambachtslui wel te beschikken over verse vis van prima kwaliteit. Ze zouden natuurlijk die benodigde vis bij een handelaar of op een visafslag kunnen aanschaffen, maar dat is de ambachtseer van beide lieden te na. Nee, zij willen hun waar ook zelf verschalken, daarmee de garantie verwervend dat het daadwerkelijk verse vis is. De Witte heeft daartoe zelfs een bootje aangeschaft, bij welke actie hij de verkoopster vergeefs trachtte te verleiden tot een optie van “gespreide” betaling. Doch meestal is de visput in Werkendam hun werkterrein. Gelukkig weten zij zich bij het visvangen geruggensteund door een aantal andere locale visfanaten. Hoewel, juist door de samenstelling van dit illustere gezelschap, wil zo'n vispartijtje aan de put van Arie de Keizer nog wel eens ontaarden. Bij het krieken van de dag pleegt men gezamenlijk af te reizen naar de Werkendamse dreven, waarbij men zich vanwege het vroege uur verschoont weet van files omdat de ambtenarenstroom richting Werkendams gemeentehuis pas véél later op gang komt, ten tijde dat de vissers hun eerste leefnet reeds gevuld hebben. Jan en Bart mogen dan als de professionals te boek staan, hun collega-vissers dienen bepaald niet onderschat te worden.

Neem nou Sjaan S, ogenschijnlijk de rust zelve daarbij de indruk wekkend dat het maar een lolletje is, maar ondertussen geen seconde z'n dobber uit het oog verliezend. De vaardigheid van het "slaan" heeft hij tot een ware kunst verheven. Tegenpool van Sjaan is Bertus M. een hartstochtelijk visliefhebber die z'n hobby met dezelfde gedrevenheid uitoefent als hij in zijn actieve voetbaljaren het bruine monster placht te veroveren. Zo de intense stilte van de waterkant verstoord wordt door enige krachttermen, dan is dat doorsnee genomen een teken dat de vis niet wil bijten. Ook Piet den D. is veelal van de partij, want als hij niet aan z'n snor draait, gooit ie wel een lijntje uit, hoewel hij beide activiteiten soms aardig weet te verenigen. Piet is wat je noemt de tegenpool van een "stille", hij praat dus tijdens het vissen, en veel ook. Piet denkt dat hij de vis in z'n netje kan praten verzuchten zijn collega's regelmatig en eens leidde Piet's gebabbel tot de uitroep van de Witte Jan, dat het gisteravond al kaartavond bij Dussense Boys was geweest. De achterbank van Bart's Toyota wordt meestal gecompleteerd met Anton H, alias Hein M. Van Anton is niet helemaal duidelijk wat hij nu het meest ambieert, de vissport of het visserslatijn na afloop aan de stamtafel bij Arie's. Dat laatste beheerst hij in ieder geval tot in de finesses, maar omdat hij in zijn jeugdjaren veel aan de boorden van De Dusse vertoefd heeft, is ook zijn visserstechniek bij de kenner onomstreden.

Tijdens het schaften vinden de gehaktballen van moeder de Keizer gretig aftrek en na gedane arbeid is het natuurlijk gezellig een biertje drinken. Soms worden er dat een paar meer. Dan wordt er op de terugweg ook nog wel eens aangelegd bij Joke Weterings, waar men tegenwoordig zo'n mooi uitzicht heeft. Men keert pas huiswaarts als de Werkendamse ambtenaren al lang en breed weer achter moeder's pappot zitten. Het moge duidelijk zijn dat na zo'n lange dag van aanwakkerende stemming, de gevangen vis in omvang en lengte naar evenredigheid toeneemt. Maar wat belangrijker is, de klanten van Bart en Jan kunnen rekenen op verse vis, met liefde en plezier gevangen en met veel zorg en vakmanschap toebereid. Eet smakelijk.

Ton Lensvelt

Bronnen

Gids 21e Wilhelmina Braderie, 18 juni 2005

Terug naar Columns


© Ton Lensvelt, e-mail adres: tonlensvelt@ziggo.nl