De Bosschen op de oostelijke grens van Dussen met Meeuwen

De geografische naam nader verklaard

Aan de oostgrens van de gemeente Dussen met Meeuwen, daar waar thans nog het Kasteel van Meeuwen prijkt, begon het riviertje de Dusse. Langs de noordoever van dit water liep een weg die van oudsher werd aangeduid als de Bosschen. De ooorspronkelijke weg liep vanaf de ingang van het kasteel van Meeuwen aan de oostkant, om de slotgracht heen, in westelijke richting tot aan de kruising van de Baan over de Dusse. Daarbij kruiste de weg niet alleen de in noordelijke richting lopende Meeuwense Steeg maar ook de "slapende" Mostertdijk die zich langs de Meeuwense Steeg in zuidelijke richting slingerde. De weg was het begin van de oorspronkelijke verbindingsweg tussen de kastelen van Meeuwen en Dussen.

In 1832 is het deel van de Bosschen tussen Kasteel Meeuwen en de Meeuwense Steeg omzoomd door hoge bomen. Een echte kasteellaan dus, al moest je wel om de slotgracht lopen, omdat de ingang van het kasteel - vanuit Dussen bezien - aan de achterkant was en trouwens nog steeds is. Kasteel Meeuwen en de omliggende landerijen, waaronder ook dit traject van de Bosschen, behoorde in 1832 toe aan Weduwe van Bleijswijk uit Meeuwen, die kennelijk ook het kasteel bewoonde. Ook de percelen hakhout (236, 237)die aan de kruising van de Meeuwense Steeg met de Bosschen lagen, waren in haar bezit.

Een weinig voorbij de kruising Bosschen - Meeuwense Steeg doorsneed de weg de Mostertdijk. Deze slapersdijk die door de aanleg van de Kornsche Dijk in 1461 geen dienst meer deed, was deels afgegraven. De afgegraven delen waren in gebruik als weiland en bouwland. Opvallend is verder dat langs beide oevers van de Dusse veel hakhout geteeld werd. Zo lag er op de zuidoever vlakbij de Meeuwense Steeg en op Meeuwens grondgebied een flink perceel "wilgenbosch". Maar vooral op de noordoever lagen diverse percelen hakhout (204, 215, 217). Een weinig meer het Noordeveld in, aan de Baansche Wetering, bevonden zich een drietal percelen ( 206, 207, 208) hakhout en ook langs de mosterdijk lag vlakbij de Bosschen bevond zich een flinke grient (219).
De weg vervolgend troffen we als eerste bewoner Philip Dirk de Wijnen aan, arbeider van beroep. Zijn huisje met erf en tuin lag aan de noordoever van de Dusse. Het moet 'n eenvoudig bedoeninkje geweest zijn want het werd onder de laagste (10) klasse gerangschikt met een huurwaarde van slechts drie gulden. Zijn buurman was landbouwer Peter van Buuren.

Het geheel overziend, moet het begin negentiende eeuw aan en rondom de Bosschen een boomrijk gebied geweest zijn. Daarbij overheerste de grienden, vooral langs de oevers van de Dusse en aan de kruising met de Meeuwense Steeg, maar ook wat meer noordelijker in het Noordeveld. Verder was er natuurlijk het geboomte langs de laan naar het kasteel. Niet zo verwonderlijk dat het gebied in de volksmond zal zijn aangeduid als de Bosschen. Een geografische naam die tot op de dag van vandaag nog voortleeft ook al is een deel van de weg tijdens de ruilverkaveling verdwenen. Dat geldt overigens ook voor de restanten van de mostertdijk en al helemaal voor de talloze grienden in het gebied. Behoudens wat bomen rondom het nog immer aanwezig zijnde kasteel van Meeuwen is hier weinig of niets meer van overgebleven.

Bronnen

Kadastrale gegevens gemeente Dussen en Meeuwen opgetekend in 1832, BHIC 's-Hertogenbosch

Terug naar Streekhistorie


© Ton Lensvelt, e-mail adres: tonlensvelt@ziggo.nl