Haspels

Kasper Haspels, timmerman-molenbouwer tevens bestuurder van Dussen en de geschiedenis van het pand 't Can Verkeere in Dussen Binnen

Oorsprong

De geslachtsnaam Haspels, ook wel Van den Haspel, in de betekenis van: haspel, hengsel en haak, wordt gekarakteriseerd als een zogenaamde adresnaam. Het geslacht was bij de volkstelling van 1947 nadrukkelijk aanwezig in Noord- en Zuid-Holland met concentraties in de Haarlemmermeer en Amsterdam. In Noord-Brabant werd de naam opgetekend in Eindhoven (9), Eethen (7), Almkerk (3), Oss (2) en Oisterwijk (1).

De Dussense tak vindt zijn oorsprong in Wijk en Aalburg. In 1775 trouwde in Aalburg een zekere Kasper Haspels uit Aalburg, zoon van Cornelis Pieterszoon Haspels en Giliana Caspers Mans met Elske Biesheuvel, geboren te Uitwijk, een dochter van Gijsbert Biesheuvel en Maaike Boor. Zijn grootvader was Pieter Jansen Haspels uit Wijk, burgemeester en schepen aldaar. Uit dit huwelijk werden tenminste 15 kinderen geboren. Een daarvan was Cornelis Haspels, gedoopt in Wijk en Aalburg op 6-2-1782 en overleden te Meeuwen op 10-3-1854 (memo successie). Cornelis huwde in Emmikhoven op 12-6-1809 met Adriana Walraven, overleden te Meeuwen op 27-6-1856 dochter van Otto Walraven en Dingena Branderhorst.
Ze kregen zeven kinderen. Hun jongste zoon heette Gijsbert Haspels, waarover later meer. De oudste zoon was Kasper Haspels (1810-1887), geboren in Babyloniënbroek en in 1833 gehuwd met de zestien jaar oudere Cornelia van der Beek (1794-1870) eveneens uit Broek en een dochter van Cornelis van der Beek en Suzanne Bue. Gezien het grote leeftijdsverschil waarschijnlijk een ‘berekende verbintenis’. Ze gingen in Dussen wonen. Hij was van beroep timmerman/aannemer, tevens molenbouwer. Volgens het Gemeenteverslag van 1855 vormde hij samen met zijn collega’s David Zeelen en Cornelis van Daal het hart van het Dussense timmermansgilde.

De trek naar Dussen

Met hun verhuizing van Broek naar Dussen volgden zij een trend die al eind achttiende eeuw was ingezet. Bekende bestuurdersgeslachten zoals: Stael en Sprangers gingen hun voor. Maar ook van de geslachten Schalken, Verhoeven (smid) en Heijmans is bekend dat ze een dergelijke beweging gemaakt hebben. Die trek naar Dussen werd vooral ingegeven uit economische overwegingen. In de zeventiende eeuw was de Zuid-Hollandse polder drooggelegd, waardoor het landbouwareaal belangrijk was uitgebreid met vruchtbaar akkerland. Dat gaf een flinke impuls aan de groei van de destijds overheersende landbouweconomie. Bij de eerste kadastrale opmeting - gestart omstreeks 1820 - was de Gemeente Dussen zowel in oppervlakte als in absolute inwonersaantallen de grootste gemeente van het Land van Heusden en Altena. Met 5,5 bewoner per pand, zat men exact op het gemiddelde van de streek, maar met 55 inwoners per vierkante kilometer, bleef men daar weer behoorlijk onder, maar daaraan was de dunbevolkte Biesbosch debet. Met een bevolkingsaanwas van 12% per decennium in de periode 1795-1820 zat Dussen nagenoeg op het gemiddelde van de streek van +14%.
Ook anderszins werd Dussen steeds meer een aantrekkelijke plaats om in te wonen. De bereikbaarheid werd verbeterd door de reconstructie van de provinciale grindweg vanaf Heusden, via Dussen, naar Werkendam in 1845. Bovendien, door het herstel van de godsdienstvrijheid, werden door de voornamelijk katholieke bevolking tal van activiteiten ontplooid. Er kwam een gloednieuwe kerk met pastorie, klooster en verzorgingstehuis aan de Sluis. De gemeente bleef niet achter met de bouw van het eerste raadhuis in 1882. Het onderwijs werd uitgebreid met een katholieke meisjesschool als onderdeel van het nieuw gestichtte klooster en een extra openbare jongensschool aan de Dijk. De toename van het aantal inwoners en de relatieve groei van de welvaart had ook een gunstige uitwerking op de middenstand. Wat later zou ook de westelijke uitbreidingskern Mariapolder (Hank) een soortgelijke ontwikkeling doormaken. Voorts vervulde Dussen een regiofunctie met de notarispraktijk van Dionisius Middelkoop Jr. en zijn opvolger L.J.A. Verberne, evenals voor de gezondheidszorg met huisarts Verlinden en vanaf 1891 Millenaar.
De economische opbloei resulteerde dus in veel bouwactiviteiten: aan de Sluis en aan de Dijk, maar zeker ook in Dussen Binnen. De vooroorlogse grandeur van Dussen Binnen werd met name in de negentiende eeuw gerealiseerd.

Kasper Haspels in Dussen

Niet zo verwonderlijk dus dat een bekwaam em ambitieus ambachtsman als Kasper Haspels zich aangetrokken voelde tot Dussen. Daar lagen voor hem immers volop kansen en ontplooiingsmogelijkheden. Maar behalve een uitstekent timmerman was hij ook betrokken bij de oprichting (in 1835) van de gezamenlijke Gereformeerde Gemeente Meeuwen/Dussen. In 1849 droeg hij 300 gulden bij aan die Gemeente en was daarmee de belangrijkste donateur. Hij fungeerde als kerkmeester en administrateur. Tevens nam hij in 1862 – toen de Gereformeerde Gemeente van Dussen zelfstandig verder ging – plaats in de commissie (penningmeester) tot oprichting van een Christelijke Nationale School, waarvoor hij opnieuw zijn geldbuidel trok. Tot oprichting kwam het echter nog niet; pas in 1906 werd de school realiteit.
Zijn bedrijf legde hem kennelijk geen windeieren. Pieter Hendrik Roubos verkocht, waarschijnlijk op 27 november 1857, zijn tuin (H 661) groot 560 ca en zijn huis en erf (H 662) groot 1070 ca, aan de Dussense timmerman Kasper Haspels. Deze gooide vrijwel meteen het huis plat en bouwde een nieuw huis in rechthoekige vorm dat in 1860 klaar was. Het was van oorsprong een 19de eeuwse éénlaagse bouw met grote, hoge kap, loodrecht op de voorgevel, overeenkomend met een boerderijtype. De tuin kreeg een oppervlakte van 780 ca en kadastraal nummer H 829, het huis en erf waren 850 ca en kreeg nummer H 830. Het huis werd ingedeeld in de 3e klasse, wdaardoor verondersteld mag worden dat het een aanzienlijke woning was.
Naast de nieuwe woning die hij in de kern van Muilkerk tegenover de hervormde kerk en de historische hoeve van Middelkoop liet optrekken, had hij op latere leeftijd nog meer onroerend goed in Dussen in eigendom. Zo was hij bijvoorbeeld ook eigenaar van de boerderij van (later) Marcus Koekkoek, beter bekend als de schuilplaats van verzetsman Jan de Rooij uit Sprang-Capelle.
Behalve kerkbestuurder was Kasper Haspels ook lid van de gemeenteraad. Bij de aanvang van het archief (BHIC) van Gemeenteverslagen in 1851 maakte hij reeds deel uit van de Raad. Hij zou dat blijven doen tot 1869 toen hij werd opgevolgd door Govert Groeneveld. Gedurende zijn zittingsperiode was hij nogal eens in de oppositie in het bestuursforum dat werd gedomineerd door een katholieke meerderheid. Hij vond daarbij in de persoon van de hervormde lokale winkelier Antonie Hagoort een medestander. Jacob Rombout Verschoor, de derde protestantse vertenwoordiger, was wethouder en had als lid van het college zijn eigen verantwoordelijkheid.

Nieuwe bewoners voor het huis aan de Dusse

Cornelis Haspels (1836-1890), was de enige zoon van Kasper Haspels en gehuwd met Suzanna van der Beek (1833-1888) een dochter van Adriaan van der Beek en Alida Schouten. Nadat zijn echtgenote was overleden, fungeerden volgens het bevolkingsregister een nicht, Alida van der Beek, als huishoudster en Geertruida van den Assem als werkbode. Hij zou het pand ± 1890 in bezit gekregen hebben maar dat lijkt al wat eerder het geval te zijn; na het overlijden van zijn vader in 1887. De naam van Kasper werd doorgehaald en veranderd in Cornelis, enige zoon van Kasper en erfopvolger. Deze voegde de beide percelen bij elkaar tot één perceel (H 1178) groot 1630 ca. Naast hem (ten westen) woonde zijn naamgenoot en neef Cornelis Haspels Gijsbertzoon, timmerman, gehuwd met Johanna van Daalen, dochter van Antonie van Daalen en Anna van Kooten. Cornelis Kzn. kon echter slechts kort van zijn eigendom genieten, want in 1890 overleed hij. Zijn echtgenote was twee jaar eerder al overleden.

Door notaris B.A. Middelkoop uit Capelle werden de eigendommen van wijlen Cornelis Haspels in april 1891 publiekelijk te koop aangeboden. In de herberg van Van Beurden kwamen 3 huizen onder de hamer: het herenhuis in Dussen Binnen, het pand daarnaast en het boerderijtje in de Muilkerk (later van Marcus Koekkoek), alsmede diverse percelen bouw- en weiland en een waterkolk in Dussen en Meeuwen in totaal 6,5 bunder. Het land in Dussen was gelegen aan de Dijk nabij de smederij van Ravels en de jongensschool maar ook in het Rommegat rondom het Rooie Wiel en in Meeuwen in de Hilsche polder en het Hablok. De totale inzet bedroeg 8.610 gulden, waarbij het herenhuis werd ingezet op een bedrag van 1.750 gulden.

Het herenhuis werd aangekocht door Elisabeth van der Beek, herbergierster te Babilonienbroek. Zij was een dochter van Adriaan van der Beek en Alida Schouten en dus een schoonzus van Cornelis. Zij werd geboren te Meeuwen, 5 augustus 1841, herbergierster, overleden aldaar, 9 januari 1923. Zij trouwde te Meeuwen, 19 mei 1871 met Daniel van der Beek (zie 7.173). Hun dochter Alida was de huishoudster van Cornelis. Elisabeth heeft het pand van Cornelis overgenomen - mogelijk was zij ook erfgenaam - als geldbelegging en niet uit het oogpunt dat haar dochter Alida in het huis kon blijven wonen. Alida is namelijk op 10 juli 1891 weer naar Meeuwen teruggegaan.

Notariaat Rietra

Het huis werd daarna verhuurd. Op 2 januari 1893 vestigde Johannes Reinier Rietra (1860-1945), candidaat-notaris en afkomstig uit Hoorn, zich met zijn gezin, schoonmoeder en zwager in het pand. Behalve in Hoorn had hij ook gewerkt in Dordrecht en Breda. Notaris Rietra was geboren in Stamproy en voorbestemd om notaris Verberne op te volgen die tot dan toe praktijk hield in villa Anna Maria; in 1895 werd hij benoemd. Na zijn officiële aanstelling kocht hij het perceel H 1178 met opstallen, dat in 1897 zijn eigendom werd. Hij liet het huis echter flink verbouwen. De aanbesteding vond plaats in mei 1896 waarbij werd ingeschreven door: Weduwe Haspels uit Babyloniënbroek f. 4.600, C. Haspels uit Dussen f. 4.542, C.A. van Daal uit Dussen f. 4.372, Remmers uit Meeuwen f. 4.297, en Gebroeders van der Pluijm Hzn uit Dussen met f. 4.198. De laagste inschrijver werd het werk gegund. Overigens had aannemer Van der Pluijm enkele weken eerder ook de bouw van de school met schoolhuis tegenover het pand van Rietra aangenomen. Het voorhuis werd in twee lagen opgemetseld met een eigen schildkap. Ook werd het achterste gedeelte van het huis afgebroken en een nieuw deel aangezet. Deze verbouwing was in 1898 gereed. In 1909 werd een bijbouw gerealiseerd. Kennelijk verschafte het notariaat hem niet voldoende inkomen want daarnaast exploiteerde hij ook een aantal boomgaarden in Hoek/Muilkerk en handelde hij in hout. Hij liet cannidasbomen aanplanten langs de oevers van De Dusse, om die te verkopen aan het locale klompenmakersgilde. Als notabel van Dussen was hij lid van verschillende organisaties. Zo was hij voorzitter van de commissie tot wering van het schoolverzuim en erebestuurslid van Fanfare Wilhelmina, naar er waren er meer. In 1920 vierde hij zijn zilveren ambtsjubileum. Het Nieuwsblad berichtte hierover als volgt:
'Dussen 13 Mei 1920 Heden werd alhier het 25 jarig ambtsjubilem van den Weledelgestr heer J R Rietra als notaris in deze gemeente gevierd. Reeds vroeg wapperde van het raadhuis en verschillende particuliere woningen de nationale driekleur. Te 10 uur werd in de RK kerk van Dussen een plechtige H Mis tot dankzegging door den ZeerEerw Heer pastoor dezer parochie opgedragen geassisteerd door een pater-Jezuit zoon van den Jubilaris en een pater uit Kaatsheuvel. Na afloop der kerkelijke plechtigheden hield de Jubilaris te zijnen woonhuize receptie die door alle plaatselijk autoriteiten en vele vrienden werd bezocht. ’s Avonds had ten woonhuize van den Jubilaris een gezellig samenzijn plaats van diens familie en genoodigden en werden verschillende hartelijke toespraken tot den Jubilaris en diens familie gericht zo ook door den Edelachtb Heer Burgemeester dezer gemeente. De feestelijkheden werden in den namiddag opgeluisterd door de fanfare Wilhelmina te Dussen die uitstekende muziek ten gehoore bracht. Veel publiek was heel den dag op de been en er heerschte in de gemeente een gezellige drukte'.
Gedurende de periode (1893-1948) dat notaris Rietra het huis bewoonde, verbleef een grote verscheidenheid aan dienstbodes intern, onder andere: Johanna en Anna Maria Langenberg, Maria Johanna Tolhuis, Petronella van Loon, Pieternella Muskens, Gerarda Maria Kroonen, Anna Theodora van Elten, Johanna Adriana de Ronde, Pietronella Johanna van Olst, Cornelia Theodora van Steijn, Gijsberdina Antonia de Gast, Petronella Adriana van Gerwen, Lucia van Dortmont, Maria Catharina van Dortmont en Maria Johanna A.A. van Daal. Daarnaast is bekend dat vóór de oorlog ook bijvoorbeeld Elisabeth van Dijk, dochter van bakker Bernard van Dijk, als dienstbode bij de notaris gewerkt heeft. De werkkrachten werden voonamelijk in Dussen of naaste omgeving gerecruteerd en zullen voldoende om handen gehad hebben. Het gezin van notaris Rietra telde maar liefst elf kinderen, waarvan drie zonen (Joannes R., Willem en Emile) priester werden, Henri emigreerde naar Latijns Amerika, Leo trad in zijn vaders voetsporen en studeerde voor notaris, Eveline werd dokter en Leonie trouwde met advocaat-procureur J. Ruijgrok. Overigens waren vrijwel alle kinderen voor studie en opleiding langere periodes uithuizig. Hun zoon Emile was de bekende kapelaan in Kaatsheuvel die mede aan de basis stond van de stichting van de speeltuin met sprookjesbos De Efteling. Notaris Rietra overleed kort na de bevrijding op zijn evacuatieadres in Dongen. Hij werd begraven op het RK-kerkhof in Dussen. Zijn notarispraktijk werd toen tijdelijk door waarnemer P.B. Mensing in het pand genummerd A54 voortgezet. Ook onder opvolger-notaris J.A. Affourtit werd vanaf september 1946 de praktijk nog in het pand gecontinueerd.

'Het Can Verkeere'

In 1948 werd door de erfgenamen van Rietra het pand verkocht aan Teunis Willem van Vuure, arts. Deze was al enige tijd op zoek naar een nieuw onderkomen voor zijn artsenpraktijk omdat zijn oorspronkelijke dokterswoning - zo’n 100 meter verwijdert van Rietra’s woning - tijdens de laatste Oorlogswinter vernield was. Dokter Van Vuure besloot het pand ook weer te verbouwen en aan te passen aan de behoeften voor zijn artsenpraktijk. Zo werd onder andere de garage gerealiseerd. Bij hermeting van het kadaster was inmiddels vastgesteld dat de oppervlakte 1590 ca was. Het huis werd kadastraal hernummerd in N 17. Waarschijnlijk liet hij de tekst boven de deur aanbrengen omdat hij een dergelijke spreuk wel toepasselijk vond voor zijn artsenpraktijk. In 1954 werd het perceel kadastraal hernummerd in N 154.
Toen Dokter van Vuure met pensioen ging, werd het huis met de praktijk overgenomen (1968) door zijn opvolger Dokter Henk de Jong die kort voor zijn pensionering tijdens een vakantie in Thailand verongelukte. Het huis is daarna nog een tijdlang bewoond geweest door zijn weduwe.
Op 15 septemebr 2003 werd het perceel met huis, inmiddels weer kadastraal hernummerd tot N 553, overgenomen door de familie Norbart en in november 2011 door de familie Van der Schuit.

Voor de naam van het huis 't Can Verkeere leidt het spoor naar een grote Nederlandse 17de-eeuwse auteur van gedichten en toneelstukken: Gerbrand Adriaensz. Bredero. ‘t Can Verkeere was zijn lijfspreuk waarmee hij wilde aangeven dat het leven onvoorspelbaar is. Hij ondertekende er zelfs enkele van zijn gedichten mee. Een variant op een handtekening dus. En díe handtekening siert dat prachtige huis. Iedereen zou daar trouwens zo voor tekenen.

Bronnen

Gemeenteverslagen in archief Brabants Historisch Informatie Centrum in Den Bosch.
Dussen de maat genomen, artikel in HR LvHeA nr. 20 door Ton Lensvelt (2011).
De grindweg van Heusden via Dussen naar Werkendam in 1845 gereconstrueerd, artikel in HR LvHeA nr. 16 door Ton Lensvelt (2007).
Geschiedenis van Dussen en zijn kasteel, onuitgegevens manuscript, H. Donkersloot, 1939.
DTB/BS Dussen in Streekarchief Heusden.
Digitale databases ISIS/Genlias van website van het Streekarchief Heusden.
Digitaal Bevolkingsregister Dussen in Streekarchief Heusden.
Digitale Heusdense Krant op website van het Streekarchief in Heusden.
Artikel in Nieuwsblad van 4-7-2013 door Ronald Veuger.

Terug naar Streekhistorie


© Ton Lensvelt, e-mail adres: tonlensvelt@ziggo.nl