Van den Broek

Van den Broek in Dussen, van wever tot aannemer of herbergier

Oorsprong

In Nederland komt de geslachtsnaam Van den Broek zeer veelvuldig voor en dan met name in Noord-Brabant. Bij de volkstelling in 1947 waren er ruim 11.000 vermeldingen, waarvan de helft in Noord-Brabant met de grootste concentraties in en rond de steden Breda, Tilburg en Eindhoven. In 2007 was het aantal Van den Broek namen in Nederland opgelopen tot bijna 19.000.

De geslachtsnaam Van den Broek in Dussen voert terug naar Jan van den Broeck, geboren [geschat] 1720 en gehuwd met Catharina van Gorcum. Uit de overlijdensakte van 19-2-1827 van hun zoon Jacobus blijkt dat dit zijn ouders waren. Hun woonplaats is niet bekend, maar mogelijk was dit Helvoirt, omdat hun zoon midden 18de eeuw vanuit Helvoirt naar Dussen kwam (zie hieronder). In de 18de eeuw komt de geslachtsnaam Van den Broe(c)k in de digitale registers van Helvoirt e.o. bij het BHIC in sBosch wel een aantal keren voor, maar een Jan van den Broek is niet teruggevonden.
Hun zoon Jacobus is de stamvader van vrijwel alle Van den Broek vermeldingen in Dussen, echter met één uitzondering. Justinus van den Broek die aanvankelijk in Schijndel en Baardwijk woonde is later ook naar Dussen verhuisd en zorgde daar voor nageslacht. Deze Justinus van den Broek was echter niet verwant aan eerdergenoemde Jacobus van den Broek.
Voor meer inzicht in de details van het geslacht wordt verwezen naar het stamboomoverzicht.

Naar Van den Broek stamboom

Van den Broek in Dussen

Jacobus van de Broeck, geboren [geschat 1750 - 1827], was wever van beroep. Dit beroep was in Dussen vrij zeldzaam en daarmee een aanwijzing dat hij oorspronkelijk niet uit Dussen afkomstig was maar uit een regio waar het beroep van wever meer in zwang was. Jacobus trouwde in Dussen Muilkerk op 4-11-1773 met Antonet/Antonia van der Vloet [1753-1819]. Zij was geboren in Dussen zijnde een dochter uit het grote gezin van Johannus (Jan) Jacobs van der Vloet en Lucia Fliegenbos (=Sijke/Zijke Tegenbos/Tegelenbos/Tekenbos).

Blijkens de borgbrief, afgegegeven op 28-9-1752 door de gemeente Zeelst in Oost-Brabant, was haar vader Jan Jacobs van der Vloet in 1752 van Zeelst naar Dussen verhuisd om er te trouwen met Sijken Tegenbos. Borgbrieven waren schriftelijke getuigenissen die tot begin 19e eeuw werden afgegeven door de bestuurders van een dorp of stad, waarin ze verklaarden dat zij een bepaald persoon, afkomstig uit die plaats, zouden onderhouden als hij of zij armlastig werd. Het was dus een soort garantie dat de gemeente Dussen eventuele verleende armenzorg aan Jan Jacobs van der Vloet kon verhalen op zijn oorspronkelijke woonplaats.
Ook van Jacobus van den Broeck bestaat zo'n borgbrief, afgegeven op 24-1-1774 door de gemeente Helvoirt omdat hij naar Dussen was vertrokken om er met Anthonnet van der Vloet in ondertrouw te gaan, met de bedoeling zich ook blijvend in Dussen te vestigen.

Zowel Jacobus als Antonet woonden toen ze trouwden in Dussen Muijlkerk en waren blijkens de trouwakte onvermogend. Ze gingen aan de Baan wonen, halverwege tussen thans de boerderij van Michels en de boerderij van Millenaar, waar ze aan het riviertje De Dusse een huis met tuin en boomgaard (K42-44) in eigendom hadden. Het vak van wever zal Jacobus thuis hebben beoefend en gezien het feit dat ze een eigen woning met wat land hadden, mogen we aannemen dat het hun later relatief gezien economisch goed gegaan zal zijn.

Jacobus en Antonet kregen meerdere kinderen, maar slechts van hun zoon Johannes (Jan) van den Broeck, [1774 - 1833] zijn gegevens teruggevonden. Jan was beroep wever, gelijk zijn vader. Hij trouwde te Dussen Muilkerk op 4-2-1797 met Johanna Janse Rijken (Rijcke) [1774 - 1840], dochter van Jan Rijken/Johannis Rijcke en Anna van Dongen. De ouders van Johanna Rijken woonde net als die van Jan ook aan de Baan, in de bocht bij de Diebracht; hij trouwde dus met een buurmeisje. Na hun trouwen gingen zij aan de Korn wonen en hadden een weiland in eigendom van ruim een bunder in de Rentmeester bij de Kornse Boezem. De woning aan de Korn met erf, boomgaard en tuin, kadastraal nummer I82, I83 en I578, werd in 1875 voor f. 600,- door hun dochter de weduwe Anna van Boxel-van den Broek verkocht aan haar schoonzoon Arnoldus van Gennip. Uit de kadastergegevens blijkt dat haar overleden vader Johannes van den Broek, de wever, de oorspronkelijke eigenaar van de woning was geweest, terwijl ook het huis aan de overkant van de Kornsedijk omstreeks 1820 tot zijn eigendommen behoorde. Dit duidt op een zekere mate van welstand.

Jan en Johanna kregen, zoals destijds gebruikelijk, een groot gezin van maar liefst 12 kinderen, waarvan er slechts twee vroegtijdig kwamen te overlijden. Dat was tamelijk afwijkend in een tijd dat kindersterfte erg hoog was. Vooral hun zoon Jacobus van de Broek [1807 - 1866], traditioneel vernoemd naar zijn grootvader, zorgde voor een talrijk nageslacht in Dussen. Hij trouwde twee keer. Voor de eerste maal in Dussen op 25-7-1829 met Anna van Dongen [1807 - 1831], dochter van Willem van Dongen en Maria van Es. En na Anna's overlijden op 21-2-1832 met Maria van Bockhoven uit Nieuwkuijk. Om voor ons onbekende redenen zijn Jacobus en Anna op 1 mei 1829 naar Emmikhoven/Waardhuizen verhuisd, maar een jaar later, op 1 mei 1830, keerden zij weer terug in Dussen.

Het talrijke nageslacht van Jan en Johanna is in grote lijnen in te delen in drie takken: Johannes-tak, Marinus-tak en Zevenbergen-tak.

Uit de Johannes-tak stammen onder meer de Van de Broek nazaten die het aannemersvak gingen uitoefenen. Beste voorbeeld hiervan was Wout van den Broek en later zijn zoon André van den Broek, die hun annemerbedrijf hadden in de Dorpsstraat ter hoogte van de Putten. Maar ook aannemer Adriaan van Dongen van de Nieuwesteeg had door huwelijk van zijn vader familiebanden met deze Van den Broek-tak.

De Marinus-tak vormde de basis van de bekende herberg De Boerendans aan de Kornse Sluis. Deze Marinus zal de stichter van de herberg de Boerendans geweest zijn; vermoedelijk is hij in de huiskamer begonnen met het schenken van drank. Maar op 13-12-1881 organiseerde er het waterschap De Vier Bannen er bijvoorbeeld ook een hoorzitting; toen werd het overigens nog niet De Boerendans genoemd. De Boerendans was ook bij uitstek de openbare lokaliteit waar de notaris van Dussen regelmatig houtverkopingen organiseerde. Dit soort verkopingen werden vanwege de florende klompenmakersindustrie in Dussen doorgaans druk bezocht. Maar het bleek enkele generaties later ook een sportieve tak te zijn met onder meer de bekende (Nederlands amateurelftal) voetballer Ad van den Broek en proffesioneel-wielrenner René van den Broek.

De Zevenbergen-tak is zo genoemd omdat de stamvader hiervan in 1903 naar deze plaats in West-Brabant is verhuisd. Uit deze tak spruit ook de Zuid-Hollandse-tak voort met Willem van den Broek als stamvader.
Willem groeide als kind op in Dussen in de toenmalige Kerkstraat, ook wel bekend als het Rommegat. Hun huisje nr. B15 (1890-1910) stond ongeveer halverwege tussen de Sluis en het Capelsche veer, ongeveer ter hoogte van waar nu de bungalow van Anne de Rade staat. Nu staan daar slechts enkele woningen meer, maar voor de oorlog stonden daar een heleboel kleine arbeidershuisjes. Naast of tegenover hun woonden: landbouwer Johannes Akkerman op B13 en arbeider Andries Meijers op B15. Ter vergelijking, de boerderij van L.F. van Mol (waar tot voor kort Cees van Luxemburg in woonde) heeft nr. B23; daar zaten dus acht nummers (of woningen) tussen plus nog een een paar ongenummerde houten keeten van werknemers aan de graafwerkzaamheden van de Bergsche Maas.

In december 1894 zijn zijn ouders naar Meeuwen verhuisd, maar in november 1900 weer in Dussen teruggekeerd; toen zat hun zoon Willem echter al in militaire dienst. Ze gingen toen wonen in de Dorpsstraat in de nabijheid van de Sluis op nr. B75; dit zal in de buurt van de huidige Trapjes geweest zijn. Naast of tegenover hun woonden: Marcel van Lieshout, bakker op nr. B74 die getrouwd was met een dochter van smid Ravels en op nr. B76 winkelier Godefridus van Luxemburg. Ter vergelijking Jordanus van Beurden (waar nu de fietsenzaak van Mario Verhoeven is) woonde op nr. B70 en klompenfabrikant Antonius Merkx (waar nu de Herbergier is) woonde op nr. B78. Hier zat Johannes van den Broek dus ongeveer midden tussen maar het is niet bekend aan welke kant (noord of zuid) van de Dorpstraat ze woonden. In december 1903 is het gezin naar Zevenbergen vertrokken.

Willem werd aanvankelijk, zoals zoveel jongens in Dussen, klompenmaker maar ging later in militaire dienst. Na zijn diensttijd vond hij een betrekking bij de spoorwegen en kwam zodoende in Zuid-Holland terecht. Nazaten van deze Zuid-Hollandse-tak hebben zich verder verspreid over Nederland, tot in noord-oost Nederland toe.

Bronnen

Digitaal Bevolkingsregister Dussen in Streekarchief Heusden.
Digitale Heusdense Krant op website van het Streekarchief in Heusden.

Terug naar Streekhistorie


© Ton Lensvelt, e-mail adres: tonlensvelt@ziggo.nl