Kaartje van de wandeltocht door Muilkerk en Munsterkerk in Dussen. Vertrekpunt is het parkeerterrein bij het Kasteel-Dussen. Voor de looprichting, volg de pijlen op het kaartje. De lengte van wandeltocht is ongeveer 10 KM, in tijdsduur gemeten circa 1½ uur.

Wandelroute
Door Muilkerk en Munsterkerk
wandeltocht door historisch Dussen
Vertrek: vanaf parkeerterrein Kasteel-Dussen. Loop de oprijlaan van het kasteel af en sla links af Kasteel Dussen is reeds in vele toonaarden beschreven en zelfs bezongen. Het allereerste kasteel - een woontoren - dateert van 1331 en werd gesticht door - en op grond eigendom van de Heer van Heusden om in het grensgebied Brabants tegenwicht te bieden tegen de Hollandse sterkte (“huys en de veste”) die in Geertruidenberg was gerealiseerd. In 1387 werd gestart met verbouw van de woontoren tot een echt slot, dat echter door de Sint Elisabethsvloed van 1421 voor een groot deel verwoest werd. Na de aanleg van de Kornse dijk kreeg Jan V van der Dussen het weer opgebouwde kasteel in leen. Bij het begin van het Twaalfjarig Bestand liet de nieuwe eigenaar Baron Van Gendt het kasteel ingrijpend verbouwen en kreeg het min of meer zijn huidige allure.
Het kasteel werd ook regelmatig belegerd. Zowel de Spanjaarden (1573) als de Fransen (1672) hielden er huis. Maar ook tijdens de Tweede Wereldoorlog was er veel schade. Het bastion aan het riviertje De Dusse kwam echter al deze aanslagen steeds te boven.
U wandelt in oostelijke richting door de voorstraat van het Binnen richting Meeuwen Rondom het kasteel, vroeger ook wel aangeduid als Sloteinde, zijn slechts enkele mooie boerderijen en huizen bewaard gebleven. Voor de oorlog stonden hier veel meer fraaie panden. Een groot deel brandde af bij een forforbombardement in januari 1945 door de geallieerden. Naast het kasteel prijkt een hoeve die gedateerd wordt tussen 1800-1880. Deze hoeve werd dus in delen gebouwd. Oorspronkelijk eigendom van de ambachtsheer van Muilkerk werd de boerderij in 1810 aangekocht door P.J. Sprangers. Later woonde hier Adriaan H. van Honsewijk, burgermeester van Dussen van 1894-1915.

Naastgelegen villa Anna Maria werd omstreeks 1868 gebouwd in opdracht van Lambertus Johannes Verberne. Hij oefende maar liefst 30 jaar lang (1865-1895) het notarisambt uit in Dussen. De villa werd voor de oorlog bewoond door wethouder Sjef van Steen. Hij liet het pand grondig verbouwen en vernoemde het naar zijn twee dochters. Sjef van Steen, geboren in Dinteloord, was van oorsprong reder. In 1937 was hij eigenaar van een motorschip eveneens Anna Maria genaamd. Een glas-in-lood voorstelling in het trappenhuis herinnert aan zijn redersverleden. Behalve cultuurhistorisch waardevol is het pand een goed en gaaf voorbeeld van een voornaam herenhuis van eind negentiende eeuw.

Het fraaie herenhuis Binnen 34 werd in 1860 eigenhandig gebouwd door de Dussense aannemer/timmerman, tevens gemeenteraadslid Kasper Haspels; het was toen al een aanzienlijk pand. Vanaf 1897 tot 1947 was het eigendom van notaris Rietra die een aantal veranderingen liet aanbrengen. In 1948 kwam het in bezit van dokter Van Vuure die het liet verbouwen tot artsenwoning. Ook zijn opvolger dokter De Jong dreef zijn praktijk vanuit het pand. Het is een van de weinigen gebouwen die gespaard zijn gebleven van het ooit monumentaal bebouwde Binnen. Misschien staat er daarom wel 't Can Verkeere boven de deur van het pand.

We bevinden ons hier in het oorspronkelijke centrum van Dussen Muilkerk. Aan de overkant ligt namelijk het protestante kerkhof. Hier stond tot 1947 de kerk van Muilkerk. Van de oorspronkelijk op deze plek gebouwde kerk van Muilkerk ging de oudste vermelding terug tot in de dertiende eeuw.

Ter hoogte van de haakse bocht naar rechts gaat het Binnen over in de Baan. Voorbij de bocht, ná de tweede woning rechts, steekt u De Dusse over. Ga direkt daarna links en volg de landbouwweg met het riviertje De Dusse aan uw linkerhand Op de grens van het Binnen en de Baan staat links de midden-negentiende-eeuwse boerderij van Roubos thans Michael; poortwachter van het ambachtelijke De Baan, oorspronkelijk domein van boeren, sigaren- en klompenmakers. De Baan was in de Romeinse tijd onderdeel van een route door het Midden-Nederlands rivierengebied. Nadat u het riviertje De Dusse bent overgestoken, bevindt u zich in de Diebracht. Deze landbouwweg maakte oorspronkelijk deel uit van de "grintweg van Capelle naar Andel". Ter hoogte van de zandput (rechts), ontstaan als gevolg van de aanleg van de provinciale weg N283, was vermoedelijk een Romeinse nederzetting gevestigd. De perceelsvorm op oude kaarten is hiervoor een aanwijzing.
Helaas heeft een gedeelte van de Diebracht veel van zijn oorspronkelijke charme - door een slagenlandschap slingerende zandweg omzoomd door kopwilgen - verloren bij de ruilverkaveling.
Steek de provinciale weg N283 over en blijf de Diebracht volgen. Aangekomen bij de Rommegatsedijk slaat u links af de Oude Kerkstraat in, richting Capelse Veer Op de hoek van de Veerweg met de Rommegatsedijk (Oude Kerkstraat) is rechts een natuurgebiedje met twee poelen, een grote en een kleine, bomen en niet te vergeten de vogelobservatiepost. Daarnaast een paar grote wielen. Bij de eerste kadastrale opmetingen, in 1820, lagen hier wel een vijftal van dergelijke waterpoelen.
Bij de Maas aangekomen gaat u rechts het fietspad op dat over de dijk langs de Bergsche Maas naar Dussen voert Tot het graven van de Bergsche Maas werd besloten na de overstroming van 1880, de ramp van Nieuwkuijk. Bij wet (Maasmondwet) werd op 26 januari 1883 door Koning Willem III bevolen tot het graven van de Bergsche Maas. In april 1888 werd een aanvang gemaakt met het veelomvattende werk dat tot augustus 1904 zou duren. Als eerste werd aanbesteed het traject tussen het Holleke bij Keizersveer en de Dussensche Gantel dat gereed kwam in juni 1891. De mythe dat deze nieuwe waterweg met de hand gegraven werd, kunnen we naar het rijk de fabelen verwijzen. Om u een indruk te geven van de massaliteit van de werkzaamheden enkele getallen: Aantal arbeiders ingezet ± 1.000. Totaal grondverzet in dit eerste traject ruim 3,5 miljoen m3, waarvan 5% met de schop in spoorwagons werd verwerkt. Een kleine 2% werd gebaggerd en opgespoten, zodat 93% van het grondverzet met 5 enorme excavateurs (grondverzetmachines) werd uitgegraven en op normaal spoor vervoerd. Deze machtige machines laadde in 25 minuten een trein van 22 wagons met grond, die daarna door maar liefst 12 locomotieven over 30 km rails naar de plaats van bestemming werd gebracht.
Aan het einde van het fietspad gaat u rechtsaf, de Loswal op De Loswal voert vanaf de Bergsche Maas naar het vooroorlogse centrum van Dussen, op oude kaarten ook wel aangeduid als (nieuw) Munsterkerk. Ten oosten van de Loswal lag de Jufvrouwweide en westelijk Groot - en Klein Eiland. Vóór het graven van de Bergsche Maas, leidde deze weg langs de Dussensche Gantel in een "klein half uur gaansch" naar het Waspiksche Veer over de oorspronkelijke Oude Maas.

Bij het graven van het Bergsche Maas-traject onder Dussen was vanaf 1889 tot eind 1891 alhier een stapelplaats gevestigd; een ketendorp opgetrokken van hout of riet voor arbeiders en in steen voor leidinggevenden met hun gezinnen. Het bestond onder anderen uit een ruime woning voor de aannemer met een twintigtal grotere - en kleinere kamers, met een bloementuin aan de voorzijde en een veranda aan de achterkant. Woningen voor de ingenieur, hoofdopzichter, gezamenlijke opzichters en chef-machinist. Zes opzichterketen, een grote werkplaats met twee afdelingen, achttien dubbele - en drie enkele werkmansketen. Een smederijwerkplaats waar 65 medewerkers twaalf smidsovens bedienden en waar men ijzeren kipkarren maakte. De kinderen van de werknemers gingen in Dussen naar school, reden waarom het aantal leerlingen op zowel de meisjes - als de jongensschool drastisch toenam. Doordat de werklieden nogal wat overlast veroorzaakten in het dorp, met name op zon- en feestdagen tijdens hun cafébezoek, werd in Dussen een detachement marechaussees gestationeerd. In eerste instantie te voet, maar later ook te paard.

Aangekomen bij de provinciale weg N283 steekt u deze over en gaat u bij H.R. De Koppelpaarden links af U bent nu bij De Sluis. Toen in 1461 de Kornschedijk werd opgeworpen om bescherming te bieden tegen het buitenwater, werd hier een uitwateringssluis in de dijk aangelegd, de Munsterkerksche Sluis. In 1889 fungeerde G. van Biesen er als sluiswachter voor een jaarwedde van 12 gulden. Aan de afwateringsgantel ontstond buitendijks een aanlegplaats voor schippers wat zich in de loop der tijden ontwikkelde tot een haventje. Vermoedelijk waren het met name schippers die rond het haventje van Dussen aan de dijk een nieuwe bewoningskern stichtten. De bewoning breidde zich steeds verder uit. In 1738 met een "R.K. pastorie tevens kerk- en vergaderplaats", in 1760 gevolgd door een kerkschuur die in 1826 aanzienlijk werd uitgebreid en verbeterd, hoewel een toren bij de kerk waarschijnlijk nog ontbrak. Ook het eerste Raadhuis van Dussen kwam in 1881 aan De Sluis te staan, dat zich zodoende in de negentiende eeuw tot het nieuwe centrum ontwikkelde van Dussen Munsterkerk, waarvan de kern oorspronkelijk meer oostelijk gelegen had maar met de Sint Elisabethsvloed van 1421 door het water verzwolgen was.

Maar ook het nieuwe hart van Dussen Munsterkerk bleef rampen niet bespaard; tot driemaal toe werd het verwoest. In 1842 en 1892 door dorpsbranden en in 1944-1945 als gevolg van oorlogshandelingen. Zowel de Koppelpaarden, gebouwd in 1893 door Willem Garsten afkomstig van de Straatweg in Hank, als het voormalige statige Hotel de Zwaan in 1892 gerealiseerd door Willem Heessels, herbergier en oorspronkelijk afkomstig uit Woudrichem, stammen nog uit deze laat negentiende eeuwse bloeiperiode van De Sluis. De Koppelpaarden heeft altijd zijn horecafunctie behouden, maar er is door de talrijke verbouwingen wel veel aan veranderd. De Zwaan, waarvan de aanbouw in 1946 werd gerealiseerd, is in 1980 omgevormd tot notariskantoor. Daarbij ging helaas de oorspronkelijke ingang aan de sluiskant verloren. Wat bleef is een pand van architectonisch en sociaalhistorisch belang.

U bent nu in de Dorpsstraat die onderdeel uitmaakt van de Kornse dijk. U blijft de dijk volgen, richting Almkerk Vooraan in de Dorpsstraat (rechts, naast huisnummer 12) komt u voorbij een oude smederij. In 1891 liet Hieronymus van Beurden deze optrekken. Een eeuw lang bleef de werkplaats in bezit van de familie. Maar de Van Beurdens hadden ook oog voor andere zaken. Zo zag men brood in de sterk stijgende vraag naar kolen toen rond de eeuwwisseling de kolenwinning in Zuid-Limburg tot bloei kwam en terecht want hun kolenhandel aan De Sluis bleek uiterst lucratief. De smederij werd zodoende na het overlijden van Hieronymus in 1914 verhuurd aan knecht Hubertus van Gorp en na de dood van August van Beurden, die zich vooral met de kolenhandel bemoeide, vanaf juni 1925 aan Adriaan Lensvelt uit Kaatsheuvel. Diens kleinzoon Kees Lensvelt nam in 1990 de inmiddels historische smederij over van Van Beurden, daarbij er voor wakend gebouw en interieur in oorspronkelijke staat te bewaren. Het interieur met hoefstal heeft dan ook onmiskenbaar de uitstraling van een oude smidse compleet met vuur en oude gereedschappen. Met een beetje geluk is smid Lensvelt er aan het werk en kunt u binnen een kijkje nemen.

Een weinig verderop passeert u de voormalige jongensschool (links) waarvoor de eerste steen gelegd werd in 1919. Oorspronkelijk stond hier een boerderij, De Oliemolen, met daarin een rosoliemolen. Later deed het pand dienst als de klompenfabriek van Toon Merkx. De "eerste steen" in de voorgevel herinnert aan het bouwjaartal en de namen van burgemeester en wethouders: J.J.H. Snijders, J. (Sjef) van Steen en A.A.H. (Toon) van Honsewijk. Pas in 1927 werd door het kerkbestuur besloten om de jongensschool aan de Dorpsstraat van de gemeente Dussen over te nemen en deze om te zetten in een rooms-katholieke jongensschool. Bij die gelegenheid werd eveneens besloten het naastgelegen schoolhuis, bewoond door de hoofdonderwijzer, voor f. 4.500,- aan te kopen. Hoofdonderwijzer Adam van Gool en de inmiddels als onderwijzer van bijstand aangetrokken Bertus Simonis uit Dussen kregen beiden een aanstelling aan de rooms-katholieke jongensschool. In 1963 werd voor het laatst lesgegegeven in het gebouw.

Al verder wandelend komen we bij Café De Bocht (rechts) in de zogenaamde Krekeldraai. Deze merkwaardige bocht in de dijk is ontstaan na een dijkdoorbraak die vervolgens gedicht werd door de dijk eenvoudig om het ontstane wiel heen te leggen.

Blijf de dijk volgen In 1461 werd door Filips de Goede een oorkonde opgesteld, het “Principale Handvest” genoemd, voor een meer centrale aanpak om het gebied ten oosten van de lijn Dussen Werkendam, voor het water te vrijwaren. Dit diende te geschieden door de aanleg van de Kornsedijk. Dat de kastelein van Loevestein, tevens baljuw van Zuid-Holland, Floris van der Dussen als raadgever van de hertog een positieve invloed heeft gehad op het besluit tot aanleg van de Kornsedijk, laat zich raden. Als rechtmatige opvolger van het kasteel van Dussen was het immers ook zijn belang dat het verdronken land werd teruggewonnen.
De aanleg van die enorme dijk moet voor die tijd een gigantisch project geweest zijn, zeker ook gezien het relatief korte tijdsbestek (4 jaren) waarbinnen dat gebeurde. Bij de aanleg is in het noordelijk deel gebruik gemaakt van oude dijktracé’s en van een gedeelte van de noordelijke oeverwal van het riviertje De Werken. Het traject via Dussen naar Meeuwen volgt geen natuurlijk beloop, maar doorkruist kommen en stroomruggen en gaat langs woonkernen. Alleen al voor de aanleg van de kilometerslange dijk zelf werd maar liefst 1 miljoen m3 grond verzet; ruwweg 350.000 boerenkarren met klei. Maar ook de waterbuffer- en waterafvoersystemen werden compleet vernieuwd en gereorganiseerd. Een drietal binnendijkse opvangboezems werden gecreëerd en een groot aantal afwateringssluizen in de dijk aangelegd. Door technologische vernieuwingen werd van een natuurlijke afwatering geleidelijk aan overgestapt naar een geforceerde met behulp van windmolens. In 1537 waren er tenminste 16 molens in het gebied, waarvan er maar liefst 7 rond de Kornse Boezem in Dussen stonden. In 1600 was dit aantal opgelopen tot boven de 30. De 7 wipwatermolens bij de Kornse Boezem bleven tot eind 19e eeuw in bedrijf.
U passeert de viersprong met de Nieuwesteeg en Middeltje en blijft de dijk volgen tot de eerste weg rechts. Dit is de Muilkerk De Nieuwesteeg richting Hank voorbij, rijst links de langgevelboerderij De Putte op waarvan het voorhuis dateert uit 1710. De boerderij is vernoemd naar de wielen die hier als gevolg van diverse dijkdoorbraken talrijk aanwezig waren. Thans ligt er nog slechts één wiel binnendijks, maar oorspronkelijk lagen er buitendijks langs de Nieuwesteeg ook een paar; deze zijn echter ná de oorlog gedempt met huisvuil en daarna afgedekt. Bij de oprichting van het kadaster in 1832 was de boerderij in bezit van Johannes Janssen van Dijk. Hij was tevens eigenaar van het binnendijkse wiel tegenover zijn boerderij. Het pand wisselde nogal eens van eigenaar en één daarvan was Jan van Dortmont, een oom van Jan van Dortmont de bekende kapper uit Dussen, maar in voerman Adriaan Cornelis Bullens kende het meer dan veertig jaar (1923-1964) een vaste bewoner. Kenmerkend aan deze monumentale en straatbeeldbepalende boerderij zijn de hoge schuurdeuren direct aan de straat.

Verderop rond de aansluiting van Oudestraat en Muilkerk op de dijk bevinden zich een drietal historische boerderijen. Langs de zuidflank van de dijk, een uit 1759 daterende boerderij van het dwarsdeeltype met invloeden van de late Vlaamse schuurvorm. Ook het schuurtje daarnaast dateert uit die tijd maar diende oorspronkelijk als woonhuis voor twee gezinnen. De boerderij was in 1832 eigendom van kinderen Schijvens, maar ook het geboortehuis van de bekende elfstedentochtschaatser Anton Verhoeven.

Tegenover de Oudestraat staat de Stoephoeve die eeuwenlang in het bezit was van het Dussense bestuurdergeslacht Van Honsewijk. In 1832 stond op deze plaats de boerderij van de weduwe Jan Withoven, welke in december 1837 in bezit kwam van Antonie van Honsewijk en sindsdien 170 jaar lang familiebezit is gebleven. De Van Honsewijks hadden een passie voor paarden. Die is nog steeds zichtbaar aan de makelaar welke aan de nok van de westelijke achtergevel is bevestigd; deze is namelijk versierd met een paard.
In 1909 brandde het pand af door blikseminslag. Met gebruikmaking van oude materialen werd het opnieuw opgetrokken. Er zijn meer van dergelijke boerderijen uit een eerdere periode in de streek te vinden, maar deze is geheel origineel. Aan de voorgevel is de oorspronkelijke loop van de Hoek nog te herkennen.

Ga de dijk af, de Muilkerk in. Binnendijks vooraan in de Muilkerk een hoeve waarvan de oorsprong volgens de jaartalankers in de voorgevel teruggaat tot 1782. Deze monumentale hoeve behoorde Antonius van Kooten toe. De Van Kooten's vormden een niet onbemiddeld boerengeslacht in het Dussense. Abraham van Dijk, de vader van de latere bewoner Toon van Dijk, trouwde een dochter van Van Kooten en kwam zodoende in het bezit van dit familiestamhuis.
Daarnaast een perceel weiland met een hekwerk er voor met daarop de naam Maria Hof. Achter dit hek lag vroeger een boomgaard met hoogstamfruitbomen. Deze was eigendom van de geneesheer-directeur van het Bredase Sint Ignatiusziekenhuis. De naam op het hek herinnert nog aan de voornaam van zijn echtgenote. Hier tegenover villa Geerland. Op deze plek stond oorspronkelijk de boerenhoeve van Van Dijk die in de zomer van 1932 afbrandde. Het was tevens het geboortehuis van de bekende theoloog Professor Dr. Isaäc van Dijk (1847-1922).
Neem de eerste weg rechts. Dit is de zogenaamde Hoek. Blijf de zandweg van de Hoek volgen met aan uw linkerhand het riviertje De Dusse Deze zandweg is het laatste stukje dat in zijn oorspronkelijke vorm rest van de ventwegen die langs De Dusse liepen: Hoek en Muilkerk. Ze vormden de eeuwenoude verbindingswegen tussen Dussen Muilkerk en Dussen Munsterkerk waarvan het kerkgebouw van Munsterkerk (vóór 1421) in de huidige Zuidhollandsepolder lag, tussen de Oudestraat en de Kalversteeg.
In de Hoek vinden we (links) villa Casa Cara (vrij vertaald: Kapitaal Huis) met Appelschuur. Oorspronkelijk heette het hier Schalkenwerf en de boomgaard Welgelegen. In 1865 liet de erfgenaam van Dirk van Dijk, Leonardus Bouman, in de boomgaard naast zijn huis een nieuwe woning bouwen. Beiden werden in 1896 verkocht aan particulier J.E. de Koning-Kooij en infanterieluitenant C.J. Tijken en herbouw in de typische koloniale chaletstijl vond plaats in 1900. Waarschijnlijk is in eerste aanleg het lage bouwblok als opzichtershut gebouwd, maar al snel uitgebouwd tot opzichterwoning en zo verbonden met de fruitteelt in de streek. De omringende kleinere huisjes werden een voor een gesloopt. De Appelschuur werd al in 1895 door de compagnons Koning en Tijken gerealiseerd. Samen met een identiek magazijn aan de overzijde van de weg, diende het als opslag en kantoor voor het fruit- en stroopbedrijf van een van oorsprong veel groter gebied aan boomgaarden.

Een weinig verderop, aan de overkant van het water, hoewel enigszins aan het zicht onttrokken door de zwarte gepotdekselde houten schuur er voor, ontwaren we boerderij Cleijhoeve. De naam is niet oorspronkelijk maar door de huidige bewoners gegeven. De boerderij van het Hallehuistype dateert van vóór 1832. Tot 1958 bleef het pand in het bezit van nazaten van Adriaan Jans van Dinteren.

De nieuwe uitbreiding van Dussen die u rechts ziet opdoemen is de Zandweide, zo genoemd naar een perceel met die naam in deze contreien. Bij de dijkdoorbraak waardoor de Krekeldraai ontstond, werd veel zand afgezet in dit gebied, waardoor de naam Zandweide ontstond.

Aangekomen ter hoogte van N.H. Kerk in de Zuideveldlaan, steekt u het bruggetje links over en vervolgt u uw wandeltocht langs de andere oever van De Dusse, in de Muilkerk Tegenover het bruggetje staat een pand dat oorspronkelijk gebouwd werd als Christelijk Gereformeerde Kerk. De vorm van de boogramen is nog duidelijk aanwezig in de gevels. In 1892 richtte een tiental gezinnen een zelfstandige Christelijk Gereformeerde Kerk op. In 1905 verkreeg deze gemeente een nieuw kerkgebouw. Zestig jaar lang kerkte zij in het thans tot woonhuis omgebouwde kerkje in de Muilkerk, tegenover de Zuideveldlaan.

De historische waarde van de Muilkerk valt verder af te leiden uit een aantal andere markante boerderijen wat verderop. Weldra ziet u aan u linkerhand een oude witte boerderij met een laag rieten dak (Muilkerk 30). Dit is waarschijnlijk een van de oudste boerderijen van Dussen. De bouwstijl doet vermoeden dat deze uit laat zestiende -, begin zeventiende eeuw stamt. Het was onder meer de woning van B.C. Koekkoek die vanaf 1937 en ook tijdens de bezettingsjaren wethouder en loco-burgermeester van Dussen was.

De hofstede Wijnands (Muilkerk 28) en het boerderijtje van Marcus Koekoek (Muilkerk 24) volgen daarna. Vanuit het schuurtje achter het boerderijtje van Marcus Koekoek verzond verzetsheld Jan de Rooij in de winter van 1944-1945 zijn berichten over de troepenbewegingen van de Duitsers in het gebied naar zijn contacten in het raadhuis van het inmiddels bevrijdde Capelle.

Dit deel van de Muilkerk vormde het centrum van gereformeerd Dussen met de al eerder genoemde Christelijk Gereformeerde Kerk maar ook met de Gereformeerde Kerk met pastorie, thans als woning in gebruik, met daarnaast de Christelijk Nationale School (nu de Sprankel). In 1840 werd door de afgescheidenen van Dussen samen met een aantal omliggende kleinere gemeentes een Christelijk Afgescheiden Gemeente gesticht. In 1862 gingen in Dussen echter stemmen op om te komen tot een zelfstandige gemeente. In 1866 werd het reeds als kerk in gebruik zijnde pand van de overleden Govert van Dijk aangekocht, waarna in 1870 op dezelfde plek een gloednieuw kerkgebouw in gebruik genomen kon worden door toenmalig kerkmeester en administrateur Kasper Haspels. Een tiental jaren later werd een nieuwe pastorie als het ware tegen de voorgevel van het kerkgebouw geplakt, waarna in de achtergevel van de kerk een nieuwe ingang werd gemaakt.

Blijf de Muilkerk volgen tot dat u weer bij het Kasteel-Dussen arriveert. Wat verderop stond de monumentale hoeve van Hannes van Tilborg en Wilhelmina Roubos. In de oorlogswinter van 44-45 ging de boerderij bij het al eerder gememoreerde fosforbombardement door de gealieerden door brand verloren. Naar verluidt konden evacués uit Dussen in Rijswijk/Giessen zelfs op die afstand de enorme branden in Dussen waarnemen.

Daarmede zijn we aan het einde gekomen van onze wandeltocht door historisch Dussen waarbij u kennis hebt gemaakt met Muilkerk en (nieuw) Munsterkerk. Is uw interesse gewekt, kijk dan eens op onderstaande website voor veel meer informatie over de geschiedenis van deze beide ambachten.

Onderstaand tevens een link voor het downloaden van een afdrukversie van deze wandeltocht inclusief het kaartje. Het beste resultaat krijgt u als het bestand na het downloaden tweezijdig wordt afdrukt.

© Ton Lensvelt, e-mail adres: tonlensvelt@ziggo.nl
Meer over de historie van Dussen e.o.
Afdrukversie wandeltocht